Vijfenzeventig procent neventaken, deel 6 (van 10): Onderwijspolitiek: complotten en corruptie?

Van de invoering van het nieuwe onderwijsmodel, online toetsen en de SDG’s die in het curriculum komen, tot Reisbalans en onderling omgaan met kritiek. Wilco Bouwhuis, docent technische natuurkunde, schreef een opinie van 16.000 woorden over alles wat hem bezighoudt op Saxion. In deel 6 (van 10), beschrijft hij de ‘onbedoelde’ onvrede onder studenten en medewerkers over het onderwijs: “Door een onderwijsorganisatie die, uit angst, vasthoudt aan diezelfde complexheid – en macht.”

Er is mij één ding pijnlijk duidelijk geworden in negen jaar onderwijsloopbaan: het imago van de school dreigt in Nederland belangrijker te worden dan wat de school zelf daadwerkelijk doet. We zijn een commerciële instelling geworden in plaats van een maatschappij-dragende instelling.

Ik observeer het volgende: het gaat er niet meer om wat de daadwerkelijke kwaliteit van het onderwijs ís, het gaat erom wat mensen denken dat de kwaliteit is’, dus wat voor reviews worden ingevuld. En het wordt gevaarlijk wanneer dat op manipulatieve wijze gebeurt, i.e. wanneer positieve reviews een doel an sich, dus pure handel, worden.

SOM werd gepresenteerd als uitermate onderbouwd, maar die onderbouwing rammelde, wat zeg ik, het viel bijna helemaal uit elkaar. Ik zag in SOM veel marketing. De term ‘holistisch’, wat zoveel betekent als ‘niet op de details toetsen, naar het geheel kijken, dus voor iedereen een plekje’ klinkt al snel goed voor het brede publiek. Op de detail toetsen vind eigenlijk niemand ‘leuk’. Maar moet je nu persé een Hogeschool-breed onderwijsmodel introduceren dat ‘holistisch’ is? Is daar nu echt onderbouwing voor in de wereld van techniek-onderwijs – of überhaupt het onderwijs?

En natuurlijk klinkt coachend onderwijs modern ten opzichte van de ‘ouderwetse’ expert voor de klas die vertelt hoe het moet. Het marketing-aspect van onderwijs vind ik bedreigend. Ik vind het een beklemmende gedachte wanneer onze school een marktplaats wordt, een soort McDonald’s betoogde Kim ter Hedde in Saxnow, waarbij Kwaliteitszorg consumentengericht wordt ingestoken op de reviews (anonieme enquêtes), zonder ook diplomawaarde en de input van het werkveld per opleiding mee te nemen.

Loungesets en puzzels

De eerste loungesets en gezelschapspuzzels zijn er al, en, ohja, de roostervrije dag is een recht geworden van de student, ondanks dat onze studievereniging namens de studenten publiekelijk expliciet bij de directie heeft aangegeven er ronduit last van te hebben. De roosters worden nu voor onze volledige academie ‘optimaal’ gemaakt en niet ‘horizontaal’ – en dan ‘optimaal’ in Xedule-termen, een bezettingsberekening in combinatie met bepaalde studentbeloften.

‘Niet horizontaal’ betekent dat de roosters nu een complete chaos zijn geworden, geen week is hetzelfde – ik snap niet waarom men het nog een rooster noemt. De ene week geven we Programmeren op maandag- en dinsdagochtend, de andere week op donderdag- en vrijdagmiddag – het algoritme heeft dat zo bepaald als wiskundig optimum. Dit is een bewuste managementkeuze geweest en Xedule promoot zichzelf juist met het goed kunnen bepalen van een dergelijk wiskundig optimum – en dat optimum is elke week anders.

Hoe had het óók gekund? Als wij gewoon onze eigen jaarzalen hadden, slechts drie lokalen nodig voor onze kleine opleiding, dan hadden we zelf onze roosters voorspelbaar kunnen inrichten met zinvolle dagdelen en workshops; studenten blij, wij blij, en vijf keer zo goedkoop. Die niet-horizontale roosters, daar vind ik wat van, maar de studenten vinden daar ook wat van, zij klagen terecht over de roosters. Saillant detail: op de één of andere manier was het onderwerp ‘Roostering’ dit jaar opeens uit de NSE verdwenen.

Okay, nu suggereer ik iets. Bedoel ik met dat laatste te zeggen dat het Nederlandse onderwijssysteem als het om reviews gaat zelfs corrupt is? Ik vermijd nu even het woord Saxion, ik zou de eerste zijn die in een Saxnow-artikel Saxion corrupt noemt… Word ik één van die docenten die straks helemaal in complotten ten onder gaat, ‘ze doen alles om ons kapot te maken!’…?

Geheime agenda’s

Het gevoel van geheime agenda’s bij onze managers heb ik wel eens, en die zijn er ook, dat weet ik. Maar dat soort gedachten probeer ik ook een beetje uit te schakelen, want anders wordt mijn werk gewoon ondraaglijk, ik wil daar niet obsessief mee bezig zijn. Ik probeer niet in complotten te denken, maar alles te zien volgens een effect van de menselijke Wet van Amdahl.

Teken maar eens uit, twee afdelingen geven één communicatieverbinding, drie afdelingen geven er drie, vier zes, vijf tien, en zo nemen de hoeveelheid verbindingen steeds sneller toe. n afdelingen/commissies geeft volgens de wiskunde (grafentheorie) 1+2+…+n-1 verbindingen en afhankelijkheden/communicaties. Dus stel dat je 14 afdelingen hebt, dan bevinden zich tussen de afdelingen 1+2+3+…+13 = 91 verbindingen!

De complexiteit neemt steeds verder toe. Dat het onderwerp Roostering afgelopen jaar opeens uit de NSE verdwenen was, terwijl er op Saxion zoveel geklaagd werd over de roosters, dat is, hoop ik, niet zozeer manipulatief, maar vooral een gevolg van onhandige communicatie – de NSE wordt door een opeenstapeling van belanghebbende afdelingen en rollen samengesteld, juist omdat het imago zo groot wordt gemaakt. Wat óók erg groot gemaakt wordt is de uitslag: ‘de studententevredenheid is aanzienlijk gestegen van een 7.3 naar een 7.5!’.

Maar er is met alleen de NSE niemand die echt weet wat we nu met de feedback moeten, bijvoorbeeld omdat de vragen in de flexibele schil heel suggestief gesteld zijn onder de aanname dat ‘samenwerken met andere opleidingen’ normaal is en dat ‘online onderwijs’ normaal is. Dus bepaalde geforceerde onderwijsvisies zijn al impliciet verwerkt in de zogenaamd flexibele schil van de NSE-vragen. ‘Gegeven dit…, wat vind je dán van dát?’ Ja, maar we willen helemaal niet ‘dit’!

Het is een beetje als: ‘gegeven dat je auto affikt, wat vind je dán van een leenfiets?’ Tja, dan ben je relatief even blij met de leenfiets, zeker, maar je had liever voorkomen dat je auto affikte.

Kansruimte

Subtiele verandering van de kansruimte heet dat in de statistiek en dat kun je toepassen om de uitkomsten van een enquête een beetje naar je hand te zetten. Als een student dit soort flexibele-schil-onderwerpen laag waardeert, dan zegt dat eigenlijk niets zonder verder gesprek. De school concludeert: ‘dan moeten we dus meer investeren in samenwerken met andere opleidingen en online onderwijs’, terwijl dat naar mijn ervaring precies is wat de student níét bedoelt.

Tja, en als je op deze onderwerpen als docent uiteindelijk al je gelijk haalt (op het gebied van SOM werd na lange strijd eindelijk gas terug genomen door het bestuur), reken dan maar uit hoeveel energie het gekost heeft om problemen op te lossen die je zonder deze hele discussie niet eens gehad had… Het komt op het bord van het personeel. Zoals hiervoor al berekend, de hoeveelheid energievraat neemt steeds intenser toe bij een groeiend aantal gremia/managers, laat staan wanneer het beleid continu verandert (‘verbetert’).

Afijn, nu even een recap. We zijn op de helft van het hele betoog en de kern is er nu wel een keer uit: men wil te moeilijk en controlerend, we zijn te log. Het is gelukkig nog niet op het punt gekomen dat ik meer vergader of administratie doe dan voor de klas sta, zoals bij die radio-omroep in het verleden, maar ik ben tijdens mijn werk wel steeds meer bezig met afdelingen en managers pleasen aan de hand van in mijn ogen volstrekt onnodige dashboards en itemanalyses, vaak tegen beter weten in voor wat écht goed techniek-onderwijs is.

Een beetje bot gezegd zie ik ons TN-onderwijs als goed ondanks de vele afdelingen, niet persé door de vele afdelingen. Ja, bot gezegd, vinden deze afdelingen, maar laat me even een opsomming doen van een dag uit mijn leven als docent.

Als eenvoudig processortje pas ik 3S en de verbredende minoren zo goed mogelijk in de opleiding (ondanks mijn mening erover en ondanks de mening van onze studenten erover), hebben we wel degelijk een complete curriculumvernieuwing ondergaan gebaseerd op SOM, ondanks lovende audits en, toen nog, lovende werkveld- en studententevredenheidsonderzoeken, verdedig ik nog steeds waarom stukjes hoorcollege en wiskundetentamens juist in de techniek extra belangrijk zijn, verdedig ik waarom wij zoveel studentenuitval hebben bij onze opleiding, ondanks onze inspanningen, en beschrijf ik vooral dat niet elke uitval alleen maar slecht is, mits je goed en onderbouwd advies geeft aan de student (doorverwijst naar een plek die waarschijnlijk beter is voor hem/haar - dat kan ook buiten deze school zijn).

Ik reageer op elke scheet in de studentenevaluaties, tegenwoordig zit ik daartoe zelfs in de Opleidingscommissie, ik leg herhaaldelijk uit dat een eigen bedrijf oprichten geen basis-onderdeel is van onze opleiding (maar dat ‘ondernemerschap’ bij ons in de proactieve onderzoekende houding zit), ik doe item-analyses op alle open vragen van schriftelijke tentamens (want het moet, ook al is een item-analyse gemaakt voor een multiple-choice-toets en biedt het op een open-vragen-toets heel weinig daadwerkelijk inzicht, terwijl het heel veel werk is om alle deelresultaten vanaf papier in te kloppen in een Excel-document), en ik maak vakjes groen in het LEAN-taakbord wanneer ik weer een taakje heb gedaan.

…en, als klap op de vuurpijl, vanuit Kwaliteitszorg word ik ook nog in de rol gepusht dat ik in de gaten moet houden of mijn collega’s dat ook netjes doen. Vul zelf maar in: is dit nu een opsomming van waarom wij het steeds zo goed doen als opleiding, of is dit een opsomming van wat ons eigenlijk alleen maar afleidt van dat wat we eigenlijk zouden moeten doen: studenten begeleiden naar hun bewezen verdiende diploma? Het lesgeven zelf doe ik er zo ondertussen een beetje bij naast, als hobby! Ik ervaar 75 procent neventaken naast de in de vorige aflevering uitgelegde core-business! De organisatie ademt Amdahl!

Onbedoeld, maar beïnvloedbaar

Een dergelijke toestand is uiteindelijk verwijtbaar aan het onderwijssysteem, met daarin ook een aantal expliciete keuzes van een Hogeschool. Let wel, die zijn misschien onbedoeld, maar wel beïnvloedbaar door het bestuur en de managers: zij zijn zelf de CPU-masters. Ik schaar me op dit punt dus ook achter een recente column van Frank Futselaar in Saxnow, die stelt dat tegenover het rendement van de opleidingen, het rendement van het management ook wel eens kritisch bekeken mag worden (dit gaf voor mij ook de doorzet tot het uiteindelijk indienen van dit stuk, maar het is jarenlang opgebouwd, en vooral onderdrukt, gedachtemateriaal geweest).

Ik wil in mijn betoog niet alleen kritiek op allerlei beleid geven, ik wil vooral de onbedoelde onvrede die ontstaat onder studenten en medewerkers over het onderwijs benadrukken, juist dóór de complexheid en starheid van de onderwijsorganisatie die, uit angst, vasthoudt aan diezelfde complexheid – en macht.

Vanaf de volgende aflevering stip ik een aantal concrete voorbeelden aan waar Saxion écht zelf invloed op heeft (dus ‘het is de maatschappij’ is een onvolledig argument) en probeer ik niet alleen problemen, maar ook oplossingen voor te schotelen. In volgorde wordt dit Reisbalans, 3S, het vernieuwde toetsbeleid en als klap op de vuurpijl: kwaliteitszorg en onderwijskunde.

Wilco Bouwhuis

Wilco Bouwhuis (37) is in 2015 gepromoveerd op het gebied van de vloeistoffysica en is nu 8 jaar fulltime werkzaam bij Saxion als Docent/Onderzoeker bij Technische Natuurkunde. Binnen deze opleiding heeft hij de rollen Curriculumcommissie, Kwaliteitszorg, Roostering en Opleidingscommissie in zijn takenpakket.

Gerelateerde artikelen

Vijfenzeventig procent neventaken, deel 10 (van 10): ‘Afsluiting’

Van de invoering van het nieuwe onderwijsmodel, online toetsen en de SDG’s die in het curriculum komen, tot Reisbalans en onderling omgaan met kritiek. Wilco Bouwhuis, docent technische natuurkunde, schreef een opinie van 16.000 woorden over alles wat hem bezighoudt op Saxion. In deel 10 (van 10), schrijft hij over de energievreters die een deel van het niet-onderwijzende Saxion zijn. “Niet alleen docenten, maar vooral ook onderwijsbestuurders moeten zichzelf in de spiegel durven aankijken: waar ben ik vandaag eigenlijk mee bezig?”

Vijfenzeventig procent neventaken, deel 9 (van 10): ‘Kwaliteitszorg, onderwijskunde en revolutiedenken'

Van de invoering van het nieuwe onderwijsmodel, online toetsen en de SDG’s die in het curriculum komen, tot Reisbalans en onderling omgaan met kritiek. Wilco Bouwhuis, docent technische natuurkunde, schreef een opinie van 16.000 woorden over alles wat hem bezighoudt op Saxion. In deel 9 (van 10), gaat het over de vermenging van Kwaliteitszorg en Onderwijskunde en het constante revolutiedenken. “Onderwijs is evolutie, geen revolutie; een verandering gaat maar heel geleidelijk, met fatsoenlijke evaluatie.”

Vijf­­en­­ze­­ven­­tig pro­­cent ne­­ven­ta­­ken, deel 8 (van 10): Toets-angst

Van de invoering van het nieuwe onderwijsmodel, online toetsen en de SDG’s die in het curriculum komen, tot Reisbalans en onderling omgaan met kritiek. Wilco Bouwhuis, docent technische natuurkunde, schreef een opinie van 16.000 woorden over alles wat hem bezighoudt op Saxion. In deel 8 (van 10), schrijft hij over zijn frustratie over het toetsbeleid. “Als nu zelfs commissies worden ingesteld om weer andere commissies te controleren, dan schiet er toch wel echt iets door, nietwaar?!”