frank

Column: Groepswerk

Ooit gaf ik een introductiecollege voor een projectopdracht voor eerstejaarsstudenten in het vierde kwartiel. Omdat het plaats vond in het Harry Bannink-theater, dat zich leent voor dramatiek, kwam ik altijd op met de achtergrondmuziek van Darth Vader uit de Star Wars-films.

Vervolgens begon ik de inleiding met twee cruciale feiten: dat het een vak was met een gemiddeld laag slagingspercentage, en dat het project strikt individueel was en er dus niet in groepen gewerkt werd.

Wat ik altijd intrigerend vond waren de reacties hierop: waar een deel de studenten zichtbaar opgelucht en gelukkig was met deze mededeling, trok een ander deel juist wit weg.

Meelifters

En ik wist meteen: dit zijn de meelifters, zij die handig gebruik maken van het werk van anderen om gemakkelijk punten te scoren, die zichzelf nu keihard gaan tegenkomen. Voor de anderen was het juist een bevrijding, alsof een last werd weggesneden.

Groepsopdrachten zijn alom aanwezig in het hbo en diep verweven met ons onderwijs. Dat is op zich ook logisch: wij leiden op voor de beroepspraktijk en in verreweg de meeste beroepen, en trouwens ook in het dagelijks leven, moet je onvermijdelijk samenwerken met anderen. Dan is het wel zo handig als je daar ervaring mee hebt opgedaan.

Samenwerken wordt ook altijd genoemd bij wat overbetaalde charlatans mensen die druk zijn met onderwijsinnovatie ook wel 21th century skills noemen, vaardigheden die los van technologische ontwikkeling belangrijk blijven. En hoewel het merendeel van de laatstgenoemde groep wat mij betreft het beste met pek en veren het onderwijs uit gejaagd zou moeten worden, valt niet te ontkennen dat samenwerkingsvaardigheden nuttig en belangrijk zijn.

De waarheid is natuurlijk óók dat groepswerk vaak beduidend minder nakijktijd kost en daarom aantrekkelijk is voor zowel docenten als managers als optie. Daarom zie je vooral veel groepswerk bij grote opleidingen en bij eerstejaarsvakken.

Dat laatste is dan weer vreemd als je bedenkt dat het bindend studieadvies na het eerste jaar strikt individueel is. Zo kan een student dus deels weggestuurd worden op grond van ongelukkige groepjes. Al moet gezegd worden dat wie oog heeft voor hoe de wind waait in hogeschoolland beseft dat het bsa waarschijnlijk niet lang op deze manier in stand zal blijven.

Het grote probleem van groepswerk is het beoordelen. Als je alle deelnemers hetzelfde beoordeeld doe je vrijwel zeker harde werkers tekort. Maar individuele prestaties van buiten beoordelen is lastig. Er zijn wel methodes, maar die hebben allemaal nadelen.

Je kunt studenten onderling een maximaal aantal punten laten verdelen aan de hand van hun bijdragen, maar dan leg je de verantwoordelijkheid wel heel erg bij hen. Je kunt ook als docent heel intensief begeleiden zodat je het hele proces meemaakt, maar dat is weer erg arbeidsintensief. Een ideale oplossing is er niet.

En wat als er een conflict in de groep is geweest? 'Waar twee kijven hebben er twee schuld' is aantoonbaar lang niet altijd waar. Er zijn soms onredelijke mensen. Tegelijkertijd is het ook niet altijd mogelijk een specifieke schuldige aan te wijzen.

Slachtoffer

Dat betekent dat mensen slachtoffer zijn van groepswerk. Ik herinner me de keer dat een studente mij zuchtend toevertrouwde tijdens een niet nader te benoemen interdisciplinair groepsproject dat ze haar droom om cum laude af te studeren na een paar weken maar had laten varen, aangezien de rest van de groep een potentiële zes een prima uitkomst achtte.

Dat is niet eerlijk, al is het daarmee wel een authentieke beroepssituatie, want in het werkzame leven zijn dingen ook vaak niet eerlijk. Op zijn minst leer je van groepswerk het type mensen kennen dat je te allen tijden moet vermijden om mee samen te werken.

Je krijgt er geen studiepunten voor, maar het is een van de belangrijkste lessen die je tijdens je studie kunt leren.

CELZ210622-9126.jpg

Frank Futselaar

Frank Futselaar is docent Creative Business en voormalig Tweede Kamerlid. Trouw schreef ooit over hem dat hij opvallend veel humor heeft voor een SP’er.