frank

Column: Bindend Communicatieadvies

Op 2 juli 2002 betrad een groepje studentactivisten van de Landelijke Studentenvakbond een vergadering van de HBO-raad (nu: Vereniging Hogescholen). Ze stelden zich in het midden van de vergaderzaal op met betonblokken aan hun benen geketend. Ze overhandigden de aanwezige hogeschoolbestuurders een petitie tegen het bindend studieadvies (bsa) onder de slogan “bsa een blok aan ons been”.

Daarna verlieten de studenten de vergadering weer netjes, want acties waren doorgaans ontroerend beleefd in de jaren ‘00.

Soms duurt het een paar decennia voor een verzetsdaad effect heeft. De ene na de andere hogeschool kondigt aan te stoppen met bindend studieadvies of het fors te versoepelen. Zo ook onze hogeschool.

Het plan is nu om in het collegejaar 2026-2027 hogeschoolbreed te stoppen met het bsa, met de uitzondering dat opleidingen er wel voor kunnen kiezen een bsa op dertig punten door te voeren. Komend studiejaar zullen er al bij een aantal opleidingen ‘pilots’ plaatsvinden. Het doel daarvan is me niet helemaal duidelijk. Waarom onderzoek doen als je al weet wat de uitkomst zal zijn? Ik zal het onze lectoraten eens vragen.

Studentonvriendelijk

Begrijp me niet verkeerd. Ik vind het een uitstekend idee om bsa af te schaffen. Het is studentonvriendelijk, er is al genoeg financiële druk op studenten om door te studeren en bovenal, het maakt studenten schools en angstig. We prenten ze voortdurend in dat het cruciaal is dat ze een minimaal aantal punten moeten behalen, en spreken de volgende dag onze verontwaardiging uit dat studenten niet meer bereid zijn iets te doen als ze er géén studiepunten voor krijgen. Het is bijna alsof daden wel eens consequenties hebben.

Nee, waar ik me wat aan stoor is hoe hogescholen hun opportunistische beleid steeds inkleden. Een korte geschiedenisles:

In 1993, toen het bsa werd gelanceerd, was het primair bedoeld voor universiteiten, om het aantal studenten dáár te beperken. Dit leidde tot geweeklaag van hogescholen, die bang waren dat zij daardoor een veel te groot aantal studenten moesten opvangen. Dat lijkt nu in krimptijd een rare angst, maar was toen een realiteit. De hogescholen eisten dan ook dat ze het middel  bsa óók zouden mogen inzetten.

Ze kregen hun zin. En waar universiteiten, met uitzondering van Leiden in eerste instantie weinig zin hadden in het bsa, werd het door hogescholen vanaf de jaren negentig in grote mate omarmd. Dat had een duidelijke financiële reden, naast de angst voor een te grote studenteninstroom. Hogescholen kregen destijds 1,35 studiejaar vergoed wanneer een student stopte. Dat maakte het financieel  zeer aantrekkelijk om te zorgen dat áls studenten stopten, ze het in hun eerste jaar deden. Bsa was simpelweg slimme bedrijfsvoering.

Krokodillentranen

Maar al die jaren hielden hogescholen, krokodillentranen wegslikkend, vol dat ze het toch vooral voor de studént deden. Die moest immers ‘tegen zichzelf beschermd worden’. ‘Het is niet ethisch studenten jarenlang te laten voortmodderen’, werd er steeds weer geroepen.

Dertig jaar later is de situatie radicaal anders. Nu kent het HBO een krimp van studenten en is er paniek onder hogescholen over het binnenhalen én binnenhouden van studenten voor de benodigde bekostiging. Dus nu hoor je niet meer dat studenten ‘tegen zichzelf beschermd’ moeten worden, maar nu ‘willen we er zijn voor de studenten’ (aldus Saxion). In het verleden niet, kennelijk.

Daarom een bindend communicatieadvies (bca) voor hogescholen. Het is begrijpelijk op grond van bedrijfsmatige argumenten beleidskeuzes te maken. Bekostiging is belangrijk. Maar ga dan niet roepen dat je het allemaal voor de studenten doet. Dat maak je ongeloofwaardig, en die ongeloofwaardigheid straalt op ons allemaal af.

Dat wil ik ze best nog eens gaan uitleggen, bij de vergadering van de Vereniging Hogescholen. Laat ik het betonblok deze keer achterwege

CELZ210622-9126.jpg

Frank Futselaar

Frank Futselaar is docent Creative Business en voormalig Tweede Kamerlid. Trouw schreef ooit over hem dat hij opvallend veel humor heeft voor een SP’er.