Hugo Woertman

Onbezongen held Hugo Woertman: “Wat ik heb meegemaakt bepaalt niet wie ik ben”

Waar hij het meest van geniet op Saxion? Het contact met de studenten, zegt huismeester Hugo Woertman. Niet in het minst omdat hij zichzelf in hen terugziet, vertelt hij in dit openhartige interview, over verbinding, verlies en de zoektocht naar identiteit. Wat dat laatste betreft heeft hij ook troost voor de studenten. “Ik ben zelf 55 en weet ook nog niet helemaal wie ik ben, of wat ik precies wil.”

Onbezongen helden

In deze rubriek interviewt SaxNow de mensen die zorgen dat Saxion iedere dag draait. Wat doet de kantinemedewerker, wie is die gebouwbeheerder en hoe vult de administratief medewerker z’n dagen? Iedereen heeft wel een verhaal over werk, liefde, geluk, angsten en dromen. 

Jouw vader was ook huismeester, vertelde je eerder, maar dan in een verzorgingstehuis. En jij dacht altijd: dat word ik dan zeker niet. Maar nu ben je het toch. Hoe is dat gegaan?
“Ik dacht altijd: waarom zou je dat doen? Heel je leven op éen plek. Ik heb lang in de service en techniek gezeten, deed onderhoud aan bijvoorbeeld koffiemachines en snijmachines bij supermarkten. Leuk werk, met veel vrijheid, ik trok er het hele land voor door. Maar uiteindelijk werd de tak van het bedrijf waar ik werkte overgenomen door een ander bedrijf. We kwamen er niet uit en ik wilde me niet laten piepelen. Dus ging ik opnieuw op zoek. Toen kwam mijn vrouw een advertentie van Saxion tegen. En ergens dacht ik toch: waarom niet? Op je fietsje naar je werk in je eigen stad, hoe fijn is dat? Ik moest qua salaris wel wat inleveren, maar dat gaf niet de doorslag.”

Voelt het nu alsof je langzaam je vader bent geworden?
“Nou, hij leeft niet meer, maar ik denk wel dat hij zou zeggen: ‘Zie je nou wel? Zo erg is het niet.’ En dat is het zeker niet: hier op Saxion zit ik goed, en kom ik in contact met de jongere generatie. Af en toe mag ik zelfs graag een filosofische wijsheid delen op de gang.”

Dat het salaris wat minder was, dat heb ik vaker gehoord van huismeesters.
“Wij zitten in schaal vier. Gezien de verantwoordelijkheden mag daar denk ik best een schepje bovenop. Die discussie is eerder ook wel eens gevoerd, begreep ik, maar het ziet er voorlopig niet naar uit. Ik denk dat wij wel laag zitten als je het vergelijkt met de andere takken van sport hier.”

Paspoort Hugo Woertman

  • Leeftijd: 55
  • Woonplaats: Deventer
  • Wat: Gebouwbeheerder in Deventer
  • Sinds: 2022 werkzaam op Saxion

Hoe ziet jouw gezinssituatie eruit?
“Ik ben getrouwd, woon samen met mijn vrouw in Deventer. We hebben een volwassen dochter, die op zichzelf woont. En een zoon, die is als 18-jarige overleden bij een auto-ongeluk. Al heb ik liever niet dat dit hele verhaal daarover gaat.”

Waarom niet?
“Ik wil mensen er niet mee lastigvallen: ik ben hier om te werken. En ik voorzie dat mensen mij dan gaan zien als niets meer dan dat. Als een brok verdriet, dat er geen zin meer in heeft. Maar dat ben ik niet. Zo is het niet. Dat is niet mijn leven. Aan het begin wel, maar later draait het leven door, ga je verder. Natuurlijk is er altijd dat stuk rouw in je, dat gaat nooit meer weg. En soms is het ook zo, dan word je overmand, dan is het te veel, bijvoorbeeld bij iets wat je vroeger altijd samen deed. Maar dat verdriet – dat is niet wie ik ben en ook niet de reden dat ik hier werk.

Indirect is het misschien wel een reden dat ik hier nu werk. Omdat ik sindsdien misschien wat minder hoef van mezelf, wat minder behoefte heb aan hectiek en stress. Ik heb ook niet echt grote dromen meer. Wat dat betreft hebben de gebeurtenissen me wel tot stilstand gebracht. Dat klinkt deprimerend misschien, maar het geeft ook rust. Ik ben minder op zoek.”

Hoe werkt dat?
“Ik hoef niet altijd meer, beter, of het maximale eruit te halen. Ik hoef geen duurdere auto. Ik rijd wel op een Harley Davidson, maar dat is een Harley van 20 jaar oud. De lat ligt minder hoog. Er is meer acceptatie. Ik weet dat het elk moment afgelopen kan zijn. Voor veel mensen is het allemaal vanzelfsprekend. Je bent jong, daarna word je oud, en daarna ga je dood. Maar zo gaat het niet altijd.”

Even terug naar dat contact met die jongere generatie. Daar geniet je van, zei je. Hoe zit dat?
“Dat is voor mij het leukste van het werk. Dat contact. Je hebt te maken met jonge mensen die nog vol zoekende zijn naar wie ze zijn. Die er iets van proberen te maken – ergens komen we dan toch terug op mijn zoon. Soms kan dat zoeken letterlijk zijn: ik kwam een student tegen die wilde kennismaken en die was via een appje terecht gekomen in het SVB-gebouw, dat helemaal niet meer door ons in gebruik is. Paniek, tot aan huilen aan toe. Via een telefoontje heb ik haar weer op pad geholpen. En ik dacht achteraf: dat is ook een gekke kennismaking, huilend in je uppie, terwijl je eigenlijk met zijn dertigen lekker een rondje door de stad zou maken.”

Dat is dan letterlijk een zoektocht, maar jij hebt het ook over de zoektocht naar identiteit.
“Ze zijn op zoek naar wie ze zijn. Die zoektocht, die zie je bij iedereen, ook bij mij, ik denk ook bij collega’s. Ik ben 55 en weet nog steeds niet helemaal wie ik ben, of wat ik precies wil. Al heb ik wellicht wel meer verleden en daardoor meer acceptatie, want die is er op een gegeven moment wel.

Maar ik herken die zoektocht, en die onrust, die bij die vraag hoort wel. Ik ben wel een denker. Dus ik mag graag nadenken. Over mezelf, maar ook in bredere zin. Wie zijn we nou? Wat zijn we allemaal aan het doen, wat is er allemaal gaande. En dan misschien ook: waar wil je heen met deze planeet?”

Je ziet jezelf in de studenten?
“Er wordt vaak gezegd, wij hadden het vroeger zwaarder. Maar ik zie dezelfde jongeren. Ik denk dat iedereen die nu zo praat over studenten met elektrische fietsen en smartphones, ze ook gewoon zou gebruiken. Het zijn dezelfde jongeren, maar in een andere tijd geplaatst, met andere middelen. En als je kijkt naar die jonge kinderen op die fatbikes: daar ligt volgens mij vooral een rol voor de ouders.”

Foto's: Ronald Hissink

Hoe ontspan je? Je vertelde al over je Harley-Davidson en ik zie het logo ook op de achtergrond van je telefoon.
“Daar rijd ik op. Heerlijk. Dat ding pokkelt, je hebt schik, je hebt plezier, en ik ga rustig door de omgeving. Ik hoef er niet mee over de snelweg. En ik zit in een bandje, al is dat echt puur voor de lol. Ik speel basgitaar. We oefenen ongeveer een keer per week, dan hebben we plezier. Het gaat om de verbinding, de interactie. Je merkt hoe je samenspeelt, hoe het zich ontwikkelt, en hoe het vaak anders uitpakt dan je voorheen dacht. Heel anders dan als je alleen speelt.”

Je had het net over de toekomst van de planeet. Hoe kijk jij in dat licht naar de discussie over het vleesaanbod op Saxion?
“Volgens mij kan iedereen wel begrijpen dat het eten van zoveel vlees, met zoveel mensen, niet bijdraagt aan de duurzaamheid. Daarom vind ik de beslissing van Saxion logisch. En in de berichtgeving verdwijnt vaak de nuance: het is helemaal niet zo dat er geen vlees meer op Saxion verkrijgbaar is, alleen op bepaalde evenementen wordt het niet meer aangeboden. Dat is het concept. Dit brengt een discussie op gang. Daarom zie ik berichtgeving nu niet als negatief, want dat is volgens mij precies wat je wil als hogeschool, een discussie op gang brengen.”

Heb je ook wel eens iets vervelends meegemaakt met studenten? Een grote mond gehad?
“Eigenlijk niet. Het vervelendste is misschien dat ik af en toe mensen erop moet wijzen dat ze niet mogen roken op Saxion-terrein. Dat is vooral vervelend, omdat je je dan een soort politieagent voelt. Tegelijkertijd kan ik het niet maken om er niets van te zeggen, daarvoor voel je je verantwoordelijk genoeg, en we hebben het ook afgesproken. Dan stuit je wel eens op onbegrip, krijg je een opmerking als ‘ik rook hier altijd’. Maar ik moet heel eerlijk zeggen: als dat het ergste is wat je hier meemaakt, dan betekent dat dat Saxion wel een heel fijne plek is om te werken. We zijn hier best lief voor elkaar.”

Hoe zie jij je eigen toekomst?
“Ik hoef nergens naar toe op dit moment. Ik zit hier goed. Wat ik wel zou willen: dat mensen blijven nadenken. Dat ze niet alleen maar met de stroom meevaren en de makkelijke weg kiezen. Ook in het onderwijs: dat studenten niet alleen kiezen voor een bestaan als manager in bij een bedrijf, omdat ze dan makkelijk geld kunnen verdienen vanachter het bureau. Je kunt ook de bouw in bijvoorbeeld.

Achteraf gaat het denk ik om de vraag: ben je een goed mens? Zo keek ik bijvoorbeeld ook naar de Olympische Spelen. Wat me opviel; er wordt heel veel over de medailles gepraat, en weinig over de verhalen. Ik denk dan: fantastisch, allemaal medailles, maar achteraf gaat het er toch vooral om of je een goed mens was. Hoe was die weg die je aflegde? Hoe heb je je gedragen in de wereld, ben je goed geweest voor anderen?”

Hugo
Bas3

Bas Klaassen

Gerelateerde artikelen

DSCF5310.jpg

Onbezongen held Daan Schoenmaker: “Ik ben een beetje anders dan de rest”

Zijn toekomst zag er lang niet altijd rooskleurig uit, maar toch lukte het Technisch Onderwijsassistent Daan Schoenmaker (23) om de maatschappelijke ladder te beklimmen. Zijn grootste passie is het overbrengen van kennis en kunde. Of dat nu in de werkplaats is, of tijdens de judolessen die hij soms geeft. “Een diagnose, een label, dat heb je niet, maar daar groei je naartoe.”

jeannette

Onbezongen held Jeannette Ennen; “De tijd leerde me dat ik niet altijd hoef te rennen"

Een scheiding, onverwerkt verdriet - het leven ging niet altijd over rozen. Maar Jeannette Ennen, medewerker frontoffice HBS, voelt zich op haar 59ste ‘gezegend’, niet in het minst met het eerste kleinkind onderweg. Ze werkt alweer 33 jaar in verschillende functies bij Saxion, met veel plezier. Het fijnste aan een portie ervaring? Je weet dat het altijd wel goed komt.

Rene Vrij header

Onbezongen held René Vrij: “Er moet wel iets heel geks gebeuren, wil ik switchen van baan”

Via-via-via kwam René Vrij ooit bij Saxion binnen. Als medewerker van de Printfactory zit hij in Enschede al zestien jaar op zijn plek, of juist niet, want aan stilzitten heeft de praktisch ingestelde René een bloedhekel. Gelukkig wordt hij op zijn werkplek op dat vlak op zijn wenken bediend. Wel ziet hij dat er steeds minder geprint wordt en dat betekent minder omzet. “Gelukkig hoef ik me met dit soort zaken niet zoveel bezig te houden, dat doen de mensen achter de bureaus wel.”