Nooit, nee nooit, zou Pascal Heynen zijn pensioen halen op Saxion, sprak hij meer dan 21 jaar geleden al uit. Dat doet hij dus ook niet. Toch voelt de directeur van de Academie Gezondheidszorg zich inmiddels zo verbonden met de hogeschool, dat hij bijna een Saxion-tatoeage had gehad, al zag collegevoorzitter Anka Mulder dat niet zitten. Een eerlijk afscheidsinterview over vriend en vijand, crisis of geen crisis, maar ook over loslaten. “Ik zie enorm op tegen het laatste moment hier. Daar slaap ik nu al slecht van.”
Pascal Heynen (56) wordt geroemd, al bezweert hij zelf dat er ook echt mensen te vinden zijn die na 21 jaar op Saxion ‘een bloedhekel’ aan hem hebben. De fans die we spreken noemen de directeur van AGZ een ‘visionair’ of een ‘innovator’ en prijzen de koers die hij voor de academie uitstippelde, met focus op positieve gezondheid. Bovenal waarderen ze zijn manier van communiceren, die bijzonder is, terwijl dat misschien niet zo zou moeten zijn: Heynen opereert met open vizier.
“Hij kan niet veinzen”, zegt een goede collega zelfs. “In elke bila vertelt hij het precies zoals het is.” Die openheid geldt niet alleen voor beleid, zo blijkt. Ver voor hij een nieuwe baan had – Heynen vertrekt per januari naar ROC Rijn IJssel - nam hij niet alleen zijn managementteam, maar ook Anka Mulder in vertrouwen over zijn vertrekwens.
Dat lijkt me toch wel spannend.
“Ja. Maar het tekent voor mij de relatie die ik nodig heb om mijn werk te kunnen doen. Als ik Anka was, zou ik het fijn vinden te weten dat een van mijn directeuren verder kijkt. Ik deelde het in de wetenschap, en dat wist ik vrij zeker, dat Anka niet dacht: die schrijf ik af, ik ga verder kijken. En dat heeft ze niet gedaan. Dat vertrouwen had ik. Het prikkelde me om er echt werk van te maken, om naast het werk ruimte te vinden. Bovenal wilde ik niet tegenover mijn collega’s smoesjes ophangen.”
Een goede collega vertelde mij dat je toen je net begon al zei je niet te kunnen voorstellen dat je hier je pensioen zou halen. Is er in de afgelopen 21 jaar een moment geweest dat je dacht dat het toch ging gebeuren?
“Nee. Nooit.”
Geen moment getwijfeld?
“Nee. Dan helpt het als je mijn voorgeschiedenis kent. Mijn langste baan voordat ik bij Saxion kwam, duurde 1,5 jaar. Dat vond ik een mooi ritme. Langer dan tien jaar bestond niet in mijn hoofd. Naarmate ik langer werk, vind ik steeds meer dat ik zelf onderdeel van het meubilair ben. Het is een eigen norm. Een soort angstbeeld: dat je op een gegeven moment ergens heel lang zit waardoor je onderdeel van het geheel wordt.”
Dat je dingen niet meer ziet, je niet meer verwondert over dingen, of je niet meer ergert als je dat wel zou moeten. Heb je dat gemerkt?
“Nee, want ik erger me nog mateloos aan sommige dingen en na 21 jaar verwonder ik me nog.”
Waar erger je je aan?
“Ik erger me aan de traagheid van Saxion. En aan de bureaucratie die maar niet afneemt.”
Is dat in 21 jaar niet beter geworden?
“Nee. Sterker nog: ik denk dat het toen ik begon beter was. Ik denk dat het toen veel slechter is geweest en dat het nu te langzaam beter gaat. Er is veel dynamiek, maar dat is wat anders. Ik denk dat we de bureaucratie hier voor een deel zelf organiseren en in stand houden.”
Hoe zou dat anders kunnen?
“Door dingen minder te ingewikkeld maken. De kwaliteitscheck op het onderwijs is na de InHolland-affaire doorgeslagen. Ik weet nog dat ik als docent zei, bij studenten die echt niet meekwamen: ik ga iets anders voor jullie bedenken. Tegenwoordig is dat te ingewikkeld. Ik vind dat we te veel sturen op procesvoorwaarden, maar laten we naar resultaat kijken. Dat is wat we binnen de academie proberen, maar dat is niet makkelijk, dat kunnen we nog beter doen.”
Je zei net al tegen me: dat is niet waarom ik vertrek.
“Ik zit hier op Saxion heel goed. Het is een beetje een gouden kooitje. Toen dacht ik: wil ik tot mijn pensioen in een gouden kooitje zitten of nieuwe dingen leren? Ik wil nieuwe dingen leren. En ik wist: ik moet nog eens wat anders gaan doen.
De andere kant is dat je soms discussies voor de derde, vierde of vijfde keer voorbij ziet komen. Dan ben ik ook iemand bij wie ongeduld opspeelt. Dan is het goed om naar een nieuwe plek te gaan, waar je opnieuw kan opbouwen.”
Wat is dan zo’n discussie?
“Dit zijn van die vragen waar ik even goed over na moet denken. Ik vind de discussie op directeurenniveau moeizaam. Traag. Ik vind het SDO (Saxion Directeuren-Overleg, red) een grote club. Daar zitten goede mensen, zijn goede discussies, maar de omvang: daar heb ik last van. Sommige dingen gaan me te langzaam. Rondom onderwijs en de visie op onderwijs zou ik graag grotere stappen zetten.”
Als je daarvoor telkens na 1,5 jaar vertrok, waarom ben je dan hier zo lang blijven hangen?
“Toen ik hier solliciteerde vroeg mijn leidinggevende dat ook: wat moeten wij doen om het voor jou hier langer dan 1,5 jaar leuk te houden? Ik zei dynamiek en verandering. En dat vind ik echt heel mooi aan Saxion, dat er ruimte is voor dynamiek en voor verandering. Ook voor jezelf als je initiatief neemt. Dat vind ik heel gaaf en dat is tot en met vandaag zo. En ik vind onderwijs echt heel gaaf. Beroepsonderwijs.”
Ik heb voor dit interview met drie mensen gesproken die jou erg graag mogen. Twee naaste collega’s uit heden en verleden en je vrouw.
“Dat mijn vrouw mij graag mag vind ik prettig om te horen.”
Die andere twee ook… Die aanpak werkte goed als voorbereiding, maar er zit ook een soort risico in: dat ik Pascal Heynen hier heilig moet verklaren. Wie zijn eigenlijk je vijanden?
“Een aantal mensen die vinden dat hun eigen vak misschien wat minder aan bod is gekomen, denk ik. Een collega maakte laatst een opmerking die niet bijster positief over mij was.”
Die ving jij op?
“Nee. Ik hoorde dat via via. Ik denk dat de mensen die nu bijvoorbeeld hun tijdelijke contract niet verlengd krijgen, dat die ook niet blij zijn. Die hadden misschien iets van; had dat dan twee maanden geleden verteld. Maar toen hadden we de hoop dat het meeviel.”
Dat hebben jullie toen ook gecommuniceerd.
“Als we toen wisten wat we nu weten, hadden we dat misschien voorzichtiger gebracht. En verder: ik kan af en toe irritant zijn. Dan vind ik dat ik heel erg gelijk heb. Er zijn periodes geweest dat ik dat weinig subtiel naar voren heb gebracht. Dat is geen goede eigenschap, dus ik heb geprobeerd dat af te leren, maar in mijn gedrevenheid…
Er zijn wel een aantal mensen binnen deze organisatie die een bloedhekel aan mij hebben. Er zijn dingen gebeurd of er is een harde confrontatie geweest. Dat zijn dingen waar ik weken slecht van kan slapen. Maar als je ergens 21 jaar werkt, waarvan 14 jaar als leidinggevende, dan gaat er wel eens wat mis. Ik heb ook fouten gemaakt.”
Heb je het gevoel dat je de academie in crisis achterlaat?
Ik vind het geen crisis. Ik vind het een pittige tijd. Daar zitten twee kanten aan. De eerste is dat er in de praktijk een ontzettend tekort aan personeel is, zowel in de fysiotherapie als in de verpleegkunde. Dan is het pijnlijk om te zien dat de studentenaantallen teruglopen. Vooral omdat je ziet dat studenten die in het werkveld terecht komen, minder enthousiast worden. Bij stages is de druk soms zo hoog, zijn de situaties heftig. Het gaat soms over leven en dood. Als de druk wat hoger is, de begeleiding wat minder en de tevredenheid in de zorg ook wat minder: dan krijgen studenten dat mee.
Hoe zorgen we dat meer mensen voor verpleegkunde en fysiotherapie kiezen?
“Daar kunnen we vanuit Saxion beperkt wat aan doen. En wat we kunnen doen, dat doen we. Wij kijken bijvoorbeeld met het werkveld hoe we studenten met de overstap van studie naar werk kunnen helpen. Als studenten op stage gaan, nog meer aandacht besteden aan intervisie en begeleiding, omdat je weet dat dat soms in de praktijk wat lastiger is. De onboarding verbeteren.”
Hoe kunnen we dit als maatschappij oplossen?
“Als samenleving zit het volgens mij niet alleen in geld, maar vooral in waardering. We hebben covid gehad en aan de kant van verpleegkundigen was veel long covid. Die mensen zijn na twee jaar via de WIA uitgestroomd. Zij stonden in de vuurlinie, die moet je een vangnet bieden, desnoods oneindig. Dat waren mensen die hun leven riskeerden. Als je dat niet doet zeg je: mooi dat jullie risico lopen, maar op het moment dat je last krijgt ben je een gemiddelde werknemer en is het na twee jaar klaar. Onbestaanbaar dat je dat als kabinet en sector laat gebeuren.”
Met crisis doel ik ook op harde beslissingen nemen. Er moeten tien mensen weg. Is dat dan crisis?
“Is dat crisis? Het is crisis omdat het niet is wat we normaal doen. We zijn niet gewend te krimpen. Maar als je ziet dat we nu al anderhalf jaar krimpen, 15 maanden geleden een daling van de instroom van 35 procent: dan gaat de formatie ook krimpen.”
35 procent…
“Daar kun je ook bijna niet op anticiperen. De acht jaar daarvoor zijn we flink gegroeid, meer dan we nu krimpen. Maar we zijn dit niet gewend, dat klopt. Het is ook niet wat je wil. Je wil graag met de toekomst bezig zijn, investeren in samenwerking, dit doorkruist dat voor een deel. Maar het hoort er wel bij.”
Het zijn geen koekenbakkers; deze mensen zijn bewust aangenomen. Sterker: het is misschien juist jonge aanwas die je hard nodig hebt.
“Zeker. En daarom verlengen we bij fysiotherapie nog steeds tijdelijke contracten naar vast. Daar kunnen we de krimp met natuurlijk verloop opvangen. Onze inzet is altijd geweest om zo weinig mogelijk flexibele schil te hebben, om zoveel mogelijk werkgelegenheid vast te houden. Maar nu is de krimp zo groot, nu lukt dat niet meer.”
Gaat het ten koste van de kwaliteit?
“Niet per se. Ik denk niet dat als je groeit, dat dan alles beter wordt. Net zo goed denk ik niet dat krimp zorgt dat het slechter wordt. Je ziet wel dat het onrust oplevert. Dat is voor docenten vervelend, voor studenten. Ik sluit niet uit dat het hier en daar wat gedoe geeft. Omdat we per saldo nog steeds over hele grote opleidingen praten denk ik niet dat het ten koste van de kwaliteit hoeft te gaan.”
Jullie hebben bij AGZ de omslag naar de focus op positieve gezondheid gemaakt. Nu misschien gesneden koek, dat was toen wellicht anders.
“Dat was toen anders. Toen was de academie heel erg aan het zoeken: hoe gaan we dat nou doen? Ik wil wel benadrukken dat alle goede dingen die ik heb gedaan, dat ik die heb gedaan, omdat ik mensen om me heen had dat die dat suggereerden, of influisterden, of dat zelfs al aan het doen waren. Ik heb vooral geluisterd. Als er een andere directeur was die had geluisterd, dan hadden we waarschijnlijk dezelfde keuzes gemaakt. Het was drive die al in deze academie zat.”
Is dat valse bescheidenheid? Luisteren is niet makkelijk.
“Nee.. nou ik denk dat een van mijn kwaliteiten wel is dat ik goed kan luisteren. Ik ben heel veel naar collega’s gaan luisteren, en als je dan op hoofdlijnen een beetje meekrijgt wat er speelt, dan lukt het om zo’n beweging mee vorm te geven. Maar als je dat wil en kan, maar dat zit niet in de academie, dan lukt dat niet. Uiteindelijk is het een kwestie van bij elkaar brengen en af en toe mensen op de staart trappen.”
Je vrouw zegt dat je in ieder geval geen directeur bent geworden, omdat je zo statusgevoelig bent. Er staat nog steeds een ‘oude bak’ bij jullie voor de deur. Waarom wel?
“Omdat ik de conclusie trok het een leuke rol te vinden. Toen ik het geworden ben, heb ik het ook zo ervaren. Ik ben niet iemand die denkt: het moet per se zus of zo. Maar ik vind het wel heel leuk om met anderen te puzzelen, zo van hoe werkt dat dan? En dat je dingen die jij heel belangrijk vindt, dat die ook kan helpen realiseren.
En nog even over die auto: ik heb wel zeven fietsen. Van dat bedrag kan je ook een heel mooie auto kopen. Ik heb een speed-pedelec, racefiets, mountainbike, gravelbike, tandem, vouwfiets, vakantie-stadsfiets. Voorheen had ik ook nog zo’n velomobiel. Ik vind fietsen gewoon heel leuk. Als ik autorijden net zo mooi vond, dan had ik wel een mooie auto gehad.”
Wat is er zo leuk aan fietsen?
“Ik zie fietsen echt als ontspanning. En ik vind duurzaamheid belangrijk. Ik fiets ook met een aantal fietsmaatjes in het weekend. We werken allemaal op Saxion, dan evalueren we een beetje, maar het is vooral ontzettend gezellig. Ik ga ook wel af en toe op en neer van Deventer naar Enschede, dat is echt een manier om ook ontspanning in te bouwen in een drukke werkweek.”
We hebben het vooral over werk gehad, weinig over privé.
“Dat vind ik op zich niet zo erg.”
Wat ik wel hoorde van je vrouw: je kinderen zullen het misschien wel heel erg vinden dat je weggaat. Voor hen waren de open dagen op Saxion een enorme happening, bijna zoals een dagje naar het attractiepark.
“Wij eten thuis geen vlees. En ook geen witte bolletjes. Maar hier kregen ze dan een wit bolletje, met vlees erop. En Talamini stond er met een ijskar. Dat past enorm bij het romantische beeld wat ik heb van het afscheid op Saxion. Dat is dan een van de beelden die bij me opkomt.”
Ik vind het heel lastig om na 21 jaar op Saxion afscheid te nemen, dat is een heel mensenleven, zeker als je kijkt hoeveel banen ik daarvoor had. Ik ga ook helemaal niet weg omdat ik dingen niet fijn vind. En ik ben ontzettend gaan houden van de academie Gezondheidszorg. Toen ik binnenkwam, kende ik die hele sector niet. Dat loslaten vind ik echt heel ingewikkeld.”
Is het iets wat je fysiek voelt?
“Ja. Als ik erover vertel krijg ik een wee gevoel. Ik zie enorm op tegen het laatste moment. Daar slaap ik slecht van. Nu al. Dat ik denk: dat wil ik niet. Ik voel me enorm verbonden. Ik werkte hier vorig jaar twintig jaar, toen zei ik tegen Anka: krijg ik nu een tatoeage? Dat zit niet in het beleid, zei ze als grapje. Maar dat is wel hoe ik me verbonden voel.”
Het laatste woord is aan de vertrekker. Wat wil jij nog per se kwijt?
“Dat ik heel trots op mijn collega’s ben. Ook in deze periode van krimp. En als ik kijk naar de afgelopen periode. Ik zei al: alles wat ik heb bereikt hebben we samen gedaan. Maar ook als ik kijk, deze academie, dit ingewikkelde werkveld, met ook coronatijd… het onderwijs wat we toen allemaal hebben laten doorgaan. Ik heb echt diep respect voor de collega’s hier bij deze academie voor hoe ze hun werk doen. En dan krijgen ze ook nog de krimp eroverheen. Daar heb ik echt diep respect voor.”
Paspoort Pascal Heynen
Naam: Pascal Heynen
Leeftijd: 56
Woonplaats: Diepenveen
Burgerlijke stand: getrouwd, twee volwassen kinderen
Saxion-carriére:
2002-2009: Hogeschool-docent Planologie
2006-2011: Teamleider Planologie
2012-2013: Onderwijsmanager Academie Ruimtelijke Ontwikkeling en Bouw
2013-2018: Onderwijsmanager Academie Bestuur, Recht & Ruimte
2018-2023: Directeur Academie Gezondheidszorg
Nieuwe baan:
2024- : ROC Rijn IJssel Directeur Onderwijs & Organisatie
Rubrieken
Gerelateerde artikelen
Afscheidsinterview Jan Willem Meinsma: “Ik sta op een T-splitsing"
In mei vorig jaar begon Jan Willem Meinsma als bestuurder, in de volle overtuiging dat hij dat voor vier jaar zou doen. Zover kwam het niet: per 1 januari neemt hij afscheid van Saxion. Een interview over het waarom van dat vertrek, eilandjescultuur, altijd aanstaan en maatschappelijke verantwoordelijkheid. “Je kunt geen cultuurverandering starten en dan na drie jaar zeggen: nou ga ik weg.”
Afscheidsinterview; Gerard Koel stopt, maar houdt niet op met doceren
43 jaar op Saxion, 45 jaar fysiotherapeut, net zo lang bij dezelfde vrouw, nog tien jaar langer bij dezelfde voetbalclub. Een middelmatige amateurpsycholoog zou diagnosticeren; Gerard Koel houdt niet van verandering. Maar wie vijf minuten met hem praat weet dat het anders zit; de kritische Hengeloër heeft zoveel passie voor het vak, dat hij telkens weer nieuwe puzzels én oplossingen ziet. Een kort afscheidscollege, over fysiotherapie, de BV Nederland, en het onderwijs. “Mijn vrouw zegt soms wel: Gerard houd eens op, je bent hier thuis geen leraar. Nu is het wel genoeg.”
Afscheidsinterview: Peter Mijsters had zich zijn pensioen heel anders voorgesteld
Een tragische val zorgt ervoor dat het werkzame leven van Peter Mijsters (66) heel anders eindigt dan hij zich had voorgesteld. Een interview met een even onfortuinlijke als goudeerlijke huismeester, die donderdag na 17 jaar op Saxion in Deventer met pensioen gaat. “Ik ben ik, en ik red me wel. Al doe je alle lichten uit, dan vind ik nog de weg op Saxion.”