Voor Timo Kos is het verdedigen van de academische vrijheid nóg belangrijker dan de vitaliteit van Oost-Nederland. Dus vertrekt hij naar de Universiteit Leiden, met een bitterzoet gevoel, want hij was hier nog niet klaar. Een gesprek op zijn allerlaatste dag over compromissen, de rechtsorde én Erik uit De Kleine Zeemeermin. “Zelfs de partijen waar je voorheen op kon rekenen, bemoeien zich met wat het onderwijs en wetenschap wel en niet zouden mogen vinden.”
Je hebt met overtuiging ja gezegd tegen een tweede termijn, nog niet zo lang geleden. Je voelt je fijn in Deventer. Je werk is nog niet klaar. En toch vertrek je. Hoe zit dat?
“Ik heb enorm getwijfeld. Ik zit hier ook met een bitterzoet gevoel. Mijn vertrek komt gevoelsmatig te vroeg; ik had eigenlijk pas na driekwart van deze termijn gedacht rond te gaan kijken. Het gras is niet groener in Leiden én het is ook niet zo dat ik heel graag weer terug wilde naar de universitaire wereld.
De doorslaggevende reden is dat ik het idee heb dat de aanval op onze democratische instituties en het onderwijs is ingezet. Zelfs de partijen waar je voorheen op kon rekenen, bemoeien zich met wat het onderwijs en wetenschap wel en niet zouden mogen vinden. In Amerika is de oorlog verklaard aan de wetenschap en de democratische en internationale rechtsorde. Die wordt keihard afgebroken. Ik vrees daarvoor in Nederland. Als ik dat afzet tegen de vitaliteit van Oost-Nederland; dat is ook een hele mooie en grote missie, maar deze vind ik belangrijker. Ik vind het daarbij ook best bijzonder dat Leiden voor mij heeft gekozen.”
Waarom?
“Mijn profiel past misschien niet helemaal bij het klassieke beeld van de Universiteit Leiden. Van Leiden heerst van oudsher het idee dat het toch vooral een klassiek liberaal bolwerk is, al is dat in de praktijk genuanceerder. Leiden geldt niet direct als woke of links, hoewel tegenwoordig alle universiteiten daarvan worden beschuldigd. Terwijl ik aan de UvA heb gestudeerd, uit een dorp afkomstig ben, en nu werk op het hbo in de regio.
Ik ben niet direct de standaard Minerviaan, niet klassiek Leids of jasje-dasje. Maar Leiden geldt wel als een echt bolwerk van de academische vrijheid, al moet er op het vlak van verbinding met zorgen in de huidige samenleving op de universiteiten wel iets veranderen, denk ik. Ik sta ervoor om voor de verbinding en die vrijheid te strijden. Net als voor de vrije media.”
Daarover gesproken: SaxNow begon ongeveer in dezelfde periode als jij. Hoe heb je dat ervaren?
“SaxNow is een luis in de pels. Daar moesten bestuur en management nog een beetje aan wennen. Net als jullie soms misschien nog een beetje aan ons moesten wennen. En nee; niet iedereen is altijd blij met onafhankelijke journalistiek. Kritiek blijft vaak langer hangen dan positieve verhalen. Maar ik geloof er echt in dat iedere organisatie en zeker ook een gemeenschap als Saxion er beter van wordt als we elkaar kritisch blijven bevragen.
Als je bij de beste hogescholen wil horen, dan helpt een onafhankelijk medium. Op de universiteiten is men op dat vlak meer gewend. Daar is men sowieso meer gewend aan kritiek geven en krijgen, het is competitiever. Het is topsport: op het hbo is het meer breedtesport, je doet het samen, ook met de regio, daar kunnen universiteiten op hun beurt weer wat van leren.
Om de columns en scherpe pen van bijvoorbeeld Frank Futselaar moet ik vaak best wel lachen, zelfs toen hij me laatst in zijn column veel succes wenste met mijn overstap naar Leiden en de al dan niet cryptofascistische collega’s op de rechtenfaculteit daar, al kies ik er dan bewust voor dat niet te reposten.”
Een kwestie waar we elkaar echt tegenkwamen was rond de identiteitsfraude binnen ABR&R.
“Dat was een knettermoeilijke casus. Ook omdat je enerzijds misschien heel graag informatie wilde delen, maar dat dit niet kon, om alle betrokkenen te beschermen. Een hele complexe crisis, waarbij continu onverwachte dingen gebeurden, het steeds groter leek te worden. De zorgen om collega’s waren heel groot.”
Over die kwestie gesproken; hoe staat het met de aangifte die Saxion deed?
“Dat loopt nog. Het ligt bij het OM. Wat ik vooral hoop; goede beslissingen voor alle betrokkenen en goede hulp.”
Is het voor jou een belediging of een compliment als we je met Mark Rutte vergelijken?
Hij lacht. “Slaat dat op mijn uiterlijk? Of gaat dat over mijn bestuurlijke stijl? Ik weet nog niet gelijk waar jullie op doelen.”
"We leven in het Westen al decennia in geweldige tijden, met grote welvaart en vrede, alhoewel ik tegelijkertijd bezorgd ben over wat er nu in de wereld gebeurt"
Net als Mark Rutte lijk je het talent te hebben dat veel van je af lijkt te glijden. Je hebt behoorlijk veel zware dossiers onder handen gehad en lijkt toch meer dan ongeschonden uit de strijd gekomen. En soms bewoog je mee, of nam je gas terug.
“Nu snap ik beter waar jullie naartoe willen. Ik ben van nature een optimistisch mens. We leven in het Westen al decennia in geweldige tijden, met grote welvaart en vrede, alhoewel ik tegelijkertijd dus wel bezorgd ben over wat er nu in de wereld gebeurt. En ik ben van huis uit historicus; als je het vergelijkt met wat bestuurders in vroeger tijden, bijvoorbeeld in de Weimarrepubliek, voor elkaar kregen én voor hun kiezen kregen, dan valt het allemaal nog wel mee.
Ik heb hier onlangs een boek van Patrick Dassen over gelezen, voorheen docent bij mijn opleiding aan de UvA en nu bij Leiden. Die beschrijft de lotgevallen van burgers en bestuurders die in een paar jaar geconfronteerd werden met zo’n 500 aanslagen en politieke moorden, terwijl ze tegelijkertijd een democratie uit de grond trokken, een verzorgingsstaat opbouwden en de wetenschappen en kunsten lieten bloeien. Hoe zwaar heb ik het dan eigenlijk als bestuurder?
En ook wel belangrijk; vaak wil je uiteindelijk hetzelfde bereiken en gaat het veeleer over de weg daarnaartoe. Dus ik zie het helemaal niet als strijd. Het is vaak een kwestie van luisteren en uitpraten. En dan kom je altijd wel ergens op een werkende oplossing uit, en soms is dat een manier die oorspronkelijk niet helemaal de mijne was. En dat is ook goed.”

Timo Kos tijdens zijn afscheidsbijeenkomst donderdag in het theater in Deventer. Foto's: Ronald Hissink.
Heb je daar een voorbeeld van?
“Nou, misschien de discussie rond het bindend studie advies (bsa) en de switch/doorstroomnorm. Daar hebben we lang over nagedacht. Ga je dat veranderen? Doe je dat nu op een manier die goed werkt? Ik heb daar aan het begin zelf wat over op papier gezet, dat viel sommige mensen rauw op hun dak. Dan begint de dialoog. En dan kom je al snel uit op praktische zaken die mogelijk lastig zijn als je deze wijziging doorvoert, maar die kan je oplossen. Of het gaat om vooringenomen beelden of posities; dat het alleen om bezuinigingen zou gaan, in plaats van oprechte zorg om de student.
Tegelijkertijd is voor mij duidelijk dat de manier waarop we de bsa nu uitvoeren, in de praktijk vaak niet goed werkt. Waar ik me in de discussie overigens het meest over heb verbaasd, is dat het lastig zou zijn voor docenten om te bepalen of studenten geschikt zijn voor de studie. Terwijl dat in mijn beleving al zo was. Bij toetsen geven we een oordeel over de kennis en competenties van studenten en een bsa is nu ook een oordeel over de (on)geschiktheid van de student voor de opleiding.
Daarbij is er altijd al veel ruimte voor het meewegen van bijzondere omstandigheden door docenten en studiebegeleiders, bijvoorbeeld via hardheidsclausules. Wat wel zo is, is dat dat die bsa-besluiten niet altijd goed onderbouwd werden en er veel verschillende praktijken waren ontstaan tussen opleidingen. Mede daardoor werkt het beleid niet zo goed als je zou willen.”
En 3S? Hoe kijk je daar naar?
“Fantastisch dat Saxion dat heeft. Ik heb vanuit de Universiteit Leiden meegekregen dat één van de redenen is geweest dat ze bij mij uitkwamen is dat ik als bestuurder ervaring heb met interdisciplinair onderwijs. Dus dat is ook een mooi compliment aan Saxion, er wordt gezien dat ze daarin vooroplopen. Maar het is ook duidelijk dat er zaken waren die niet goed genoeg waren. De matching met opdrachten klopte niet, begeleiding was niet altijd goed. Maar je moet het kind niet met het badwater weggooien.”

Over de inhoudelijke invulling van 3S was op Saxion heel veel discussie. Over het principe was die er minder, in ieder geval in het openbaar. Waar komt dat heilige geloof in interdisciplinair onderwijs vandaan?
“Belangrijk om te vermelden: toen ik binnenkwam, bestond het Smart Solutions Semester al een paar jaar in het technische domein en werd het verbreed naar heel Saxion. Daarnaast was het interdisciplinair onderwijs al onderdeel van de onderwijsvisie die was ontwikkeld in het jaar voordat ik startte. Maar als je het mij persoonlijk vraagt; bij alle grote maatschappelijke discussies die we momenteel hebben, of die nu sociaal, technisch, economisch of ecologisch zijn, gaat het om zeer complexe vraagstukken. Om die op te lossen is het niet voldoende om alleen je eigen discipline te beheersen.”
Blijft er wel voldoende eigen discipline over? Studenten hebben in het tweede deel van hun studie tenslotte al een stage, eventueel verbredende minor, en afstudeerstage?
“Ja, dat vind ik wel. Je hebt die eerste twee jaar disciplinair onderwijs en daarna je stage, minor en afstudeerstage die je ook allemaal verdiepend binnen je eigen vakgebied kunt doen als je dat wil. Al is het natuurlijk wel zo dat je met het inbedden van een interdisciplinaire module de druk opvoert op de rest van het curriculum, dat voel je wel.
En daar is ook iets aan gebeurd: het is nu 20 EC in plaats van 25 EC, en opleidingen hebben de ruimte voor aanvullende modules van 5 of 10 EC te kiezen die de verbinding leggen tussen het 3S project en het eigen werkgebied van de opleiding. Het is niet zo dat onderwijs beter wordt, naarmate het méér interdisciplinair is. Dat is geen wet. En de discussie over de juiste balans tussen disciplinair en interdisciplinair is goed en zal blijven. Dat hoort bij onderwijs.”
"Negatieve ervaringen zijn ook ervaringen en soms bijzonder leerzaam, maar dat is bij voorkeur niet de ervaring die je studenten tijdens hun studie wil meegeven"
Heb je ook wel eens het idee dat je te veel hebt meebewogen? Wij horen vooral de kritiek, maar het is ook voorstelbaar dat mensen die aan de wieg van het Saxion Onderwijs Model (nu Saxion Onderwijs Visie) stonden dat er nu te weinig van over is.
“Dat hebben we ook wel eens gehoord van mensen van het eerste uur, maar als het in de praktijk niet goed genoeg werkt of uitpakt, dan moet je iets doen. Je moet vragen blijven stellen; welk resultaat willen we precies met de onderwijsvernieuwing bereiken? Willen studenten dit? Wat merkt het werkveld er van? Waarom willen wij dit ook al weer en bereiken we dat in de praktijk ook? Dat hebben we gedaan. Negatieve ervaringen zijn ook ervaringen en soms bijzonder leerzaam, maar dat is bij voorkeur niet de ervaring die je studenten tijdens hun studie wil meegeven. Dus is er bijgestuurd.”
Ben je trots op het 3S zoals dat nu is?
“Natuurlijk zijn er nog verbeterpunten, zijn er nog critici. Die hoor je vaak ook het hardst, de grote middengroep is het minst vocaal. Maar ik vind het een fantastisch semester. Geweldig knap hoe dat is neergezet door het team. Een wereldprestatie. Daar wil ik ze voor bedanken. Zij hebben zich het snot voor de ogen gewerkt. Er zijn complimenten, zoals van Wouter Bijman, CEO van Witteveen en Bos. De mooiste was van Eddy van Hijum. Er is een schreeuwend tekort aan civiele technici; hij merkte bij een eindpresentatie van een project van het Smart Solutions Semester op dat er studenten van compleet andere vakgebieden zoals bijvoorbeeld HR interesse kregen in dat domein.”
Meebewegen is ook vaak compromissen sluiten. Zie je jezelf als man van het poldermodel?
“Jullie zijn wel van de vergelijkingen. Heeft dat voor jullie een positieve of negatieve connotatie? Poldermodel, eerst al Mark Rutte. Die dreunt nog na. Daar ben ik nog nooit mee vergeleken, daar zijn jullie de eerste in. Het is natuurlijk een vakman, we mogen blij zijn dat hij met al zijn bestuurlijke en internationale ervaring nu de NAVO leidt, maar toch; deze zag ik niet aankomen. Anderen misschien wel, zoals Prins Erik, al vind ik mezelf daar ik ook niet echt direct op lijken.”
Wie?
“Prins Erik van De Kleine Zeemeermin, ken je die niet? Bij mijn afscheid bij de TU Delft kreeg ik te horen dat er collega’s waren die me daar mee vergeleken. In die periode verliet ik vanwege zorgen over privacy een aantal social media platforms als facebook en toen bedacht ik dat ik niet overal mijn eigen foto meer wilde maar een avatar. Omdat ik in Delft met hem vergeleken werd, heb ik toen een tekening van Erik van De Kleine Zeemeermin als profielfoto op WhatsApp genomen.
Die heb ik nog steeds, maar vrijwel niemand vraagt me eigenlijk waarom. Toch is het blijkbaar wel gezien door collega’s; bij mijn afscheid werden er deze week in speeches diverse grappen over gemaakt en kreeg ik een Disney speelgoedpoppetje van Prins Erik cadeau voor op mijn nieuwe bestuurskamer in Leiden.”
Dit is ook gewoon echt je allerlaatste dag op Saxion, hoe is die?
“Ontzettend heftig. Zoals gezegd, en het is misschien een cliché; het is een bitterzoet gevoel. De agenda is nog mudvol. Morgenochtend lever ik al mijn spullen in. En vanaf daar is het rechtstreeks naar Leiden; voor de sleuteloverdracht van ons nieuwe appartement. Daar gaan mijn vrouw en ik doordeweeks wonen; maar we blijven ook in Deventer. We hebben de mantelzorg voor een van mijn schoonouders die hier in de buurt woont en zijn vooral echt aan deze prachtige stad en mooie regio verknocht geraakt.”

Rubrieken
Gerelateerde artikelen
Afscheidsinterview Jan Willem Meinsma: “Ik sta op een T-splitsing"
In mei vorig jaar begon Jan Willem Meinsma als bestuurder, in de volle overtuiging dat hij dat voor vier jaar zou doen. Zover kwam het niet: per 1 januari neemt hij afscheid van Saxion. Een interview over het waarom van dat vertrek, eilandjescultuur, altijd aanstaan en maatschappelijke verantwoordelijkheid. “Je kunt geen cultuurverandering starten en dan na drie jaar zeggen: nou ga ik weg.”
Afscheidsinterview Pascal Heynen: Geen onderdeel van het meubilair, wel bijna een tatoeage
Nooit, nee nooit, zou Pascal Heynen zijn pensioen halen op Saxion, sprak hij meer dan 21 jaar geleden al uit. Dat doet hij dus ook niet. Toch voelt de directeur van de Academie Gezondheidszorg zich inmiddels zo verbonden met de hogeschool, dat hij bijna een Saxion-tatoeage had gehad, al zag collegevoorzitter Anka Mulder dat niet zitten. Een eerlijk afscheidsinterview over vriend en vijand, crisis of geen crisis, maar ook over loslaten. “Ik zie enorm op tegen het laatste moment hier. Daar slaap ik nu al slecht van.”
Afscheidsinterview; Gerard Koel stopt, maar houdt niet op met doceren
43 jaar op Saxion, 45 jaar fysiotherapeut, net zo lang bij dezelfde vrouw, nog tien jaar langer bij dezelfde voetbalclub. Een middelmatige amateurpsycholoog zou diagnosticeren; Gerard Koel houdt niet van verandering. Maar wie vijf minuten met hem praat weet dat het anders zit; de kritische Hengeloër heeft zoveel passie voor het vak, dat hij telkens weer nieuwe puzzels én oplossingen ziet. Een kort afscheidscollege, over fysiotherapie, de BV Nederland, en het onderwijs. “Mijn vrouw zegt soms wel: Gerard houd eens op, je bent hier thuis geen leraar. Nu is het wel genoeg.”