Een tragische val zorgt ervoor dat het werkzame leven van Peter Mijsters (66) heel anders eindigt dan hij zich had voorgesteld. Een interview met een even onfortuinlijke als goudeerlijke huismeester, die donderdag na 17 jaar op Saxion in Deventer met pensioen gaat. “Ik ben ik, en ik red me wel. Al doe je alle lichten uit, dan vind ik nog de weg op Saxion.”
Peter Mijsters houdt zijn handen een stukje uit elkaar om het uit te beelden, de afstand tussen zijn linker- en rechterhandpalm meet nauwelijks twintig centimeter. Hij wil maar zeggen: zo klein was het plasje bevroren water in zijn achtertuin, tijdens die ijskoude 12 februari, begin dit jaar.
Een onbeduidend lapje ijs, met gigantische gevolgen. De huismeester van Saxion in Deventer glijdt erover uit en loopt een gecompliceerde beenbreuk op. “Een torsiebreuk”, zegt hij zelf. Die gedraaide breuk raakt geïnfecteerd, moet gereinigd worden, er gaat zelfs een stuk vlees van zijn bovenlichaam naar zijn magere onderbeen om de boel te repareren. “Uiteindelijk heb ik er vier weken mee in het ziekenhuis gelegen.”
Ellenlang, in een land waar de gemiddelde ziekenhuisopname tegenwoordig viereneenhalve dag duurt. “Het was het worst-case-scenario”, zegt echtgenote Tini, aangeschoven aan de keukentafel. In het ziekenhuis ziet hij opeens vlekken in zijn oog. Door een bloedstolling, al dan niet door het lange liggen en stilzitten, is zijn oogzenuw beschadigd geraakt. Een ooginfarct, noemen ze het wel.
Vanaf dan ziet hij met één oog nog nauwelijks. Na eind juni zijn dat beide ogen; met het ene heeft hij vijf procent zicht, met het andere vijftien procent. Mijsters: “Dan ben je lamgeslagen. Total loss. Je leven draait 180 graden. Toen ik het de collega’s vertelde, waren ze net zo lamgeslagen.”
Hij wijst om zich heen: van een kastje, naar een tafeltje, en uiteindelijk naar een prachtig tuinhuis, achter de vrijstaande woning in Hoonhorst, 41 jaar geleden eigenhandig gebouwd. “Zelfgemaakt. En ik heb in coronatijd nog 50 vierkante meter neergezet bij de woning van mijn dochter. Ik ben altijd gigantisch druk geweest, heel actief.”
Hoe is het nu?
“Ik had me mijn pensionering heel anders voorgesteld, maar ik blijf optimistisch. Ik ben Peter en ik blijf Peter. Ik kan nog heel veel, maar kan ook heel veel niet. Ik kan geen duimstok lezen, langs een rechte lijn zagen, althans nóg niet, want het gaat me lukken. Ik kan niet meer fietsen, niet meer autorijden. Mijn vrijheid is me afgenomen. Dus ergens zit ik nog in een verkeerde module; van heel veel willen, die module waar ik voorheen in zat, het frustreert dat je niet alles meer kan.”
Gaat je zicht ooit nog weer vooruit?
“Nee. Een oogzenuw die beschadigd is, dat komt niet meer goed. Ik zit nu in een revalidatietraject bij Bartimeus, daar leer ik ook hulpmiddelen kennen. En ik verstop me niet, vanaf dag één loop ik hier nog over straat, en ga gewoon naar de voetbal op de zondag. Ik zie alleen wat poppetjes, maar alleen om al daar te staan, met de anderen, een potje bier te drinken, dat hele gevoel. En heel belangrijk; wat ik nu nog kan vernemen, laat me dat alsjeblieft houden. Nu de zon in deze tijd van het jaar zo laag staat, zie ik minder, dus ik hoop dat die snel weer hoog aan de hemel staat. Van mij mag het snel weer zomer zijn.”
Wat ga je het meeste missen op Saxion?
“Ik vind het zo fantastisch mooi om met de jeugd om te gaan. De jeugd is prachtig, als je daar een klik mee hebt, man. Denk eraan: de student moet altijd bovenaan staan. Dat is niet voor iedereen op Saxion altijd zo, zag ik als ik door de gangen liep. Sommige mensen zijn op Saxion voor zichzelf en voor hun carriére, en dan denk ik: je bent toch op Saxion gekomen voor de studenten? Los de problemen van de jeugd op, want die hebben zoveel problemen. Ik heb zelf gezien hoe ze kunnen veereenzamen op de kamers, die ellende die ze hebben nu met de woningnood, help ze daarbij.”
Heb je veel steun gehad aan je collega’s?
“Ik heb gigantisch veel kaarten en belangstelling gehad van de afdeling. Ze hebben echt aan me gedacht. Dat helpt toch op een bepaalde manier. Het sterkt je, dat aan je wordt gedacht. En met de bedrijfsarts had ik uiteindelijk een fantastisch contact. Toen ik haar in eerste instantie sprak, na de beenbreuk, zei ze: jij kunt niet terug naar Saxion. Toen zei ik: dat beslis jij niet, maar ik, ik ga terug, al is het maar op therapeutische basis. Toen ik haar daarna belde over mijn ogen, wist ze precies hoe het met mijn ogen was, precies waar ik mee kampte, dat was zo’n kundig en prettig gesprek. Dus hebben we afgesproken dat we elkaar nog eens gaan ontmoeten, hoewel ze eigenlijk geen bemoeienis meer met me heeft, omdat ik niet meer in een re-integratietraject zit.”
Eerder zei je ook al iets over de warme band met de collega’s.
“Het werk kan wel eens niet leuk zijn, maar dan zijn er altijd nog collega’s. Goede collega’s, die zijn zo belangrijk voor je werkplezier. Ik heb natuurlijk een heleboel collega’s gehad, maar daarvan waren er vier echte collega’s, dat waren maten. Dan noem ik Herman, Seno, Ben Bernabela en Albert, de laatste twee zijn ex-collega’s. Met name met Ben Bernabela heb ik schitterende tijden beleefd. Hij was zo’n beetje de peetvader van de internationale studenten, en ik ben daarbij een jaar of tien zijn hulp geweest. We begonnen in de puinzooi; de slechtste woningen, die kreeg Saxion. De ratten en kakkerlakken liepen er rond, bijvoorbeeld op de Van Blankenheimstraat in Deventer, maar wat hebben we er een lol gehad met de studenten. Je bouwt een band op. Ze komen als verlegen puppies binnen en durven nauwelijks tegen je te praten, als ze dan na bijvoorbeeld een jaar vertrekken zijn ze veel zelfbewuster. Daar kon ik echt van genieten.”
Hoe was het 17 jaar geleden op Saxion in Deventer?
Qua huisvesting slecht, in Deventer. Er zat geen schwung in, alles was hetzelfde. Na de verbouwingen werd dat beter, werd het opener. Dus dat is veel mooier. Je ziet nu dat het telkens over duurzaamheid gaat. Prima, denk ik dan, maar begin bij de basis. Doe eerst eens wat aan de vleermuizen. Elk jaar komen ze terug, ze kosten klauwen met geld, omdat de beveiliging moet opdraven ’s nachts bijvoorbeeld. Daar zijn oplossingen voor, de kieren en naden sluiten, vleermuiskasten. Dus die duurzaamheidsdoelen zijn leuk, maar begin met het gebouw te verduurzamen, of met simpele dingen, door als medewerker gewoon zelf het licht uit te doen.”
De coronatijd moet verschrikking voor je zijn geweest, als je zo genoot van het contact met de student?
“Het voelde allemaal heel erg doelloos. Het was vooral onderhoud. Je kon tijden op Saxion rondlopen, maar er kwam maar mondjesmaat een student binnen. Dat vond ik zelfs zo erg, dat ik heb overwogen om er eerder mee op te houden.”
Ben je nog wel eens teruggeweest op Saxion?
“Ongeveer vier weken geleden was ik voor het eerst weer op school. Ben ik bij mijn afdeling geweest. Mensen schrokken, wisten niet wat ze met me aan moesten. Gelukkig kon ik me zelf emotioneel behoorlijk bij elkaar houden. En ik merkte dat mensen het toch fijn vonden om me te zien. Er was ook een collega die me zei: ik stond tegen een deur aan te boksen, moet ik nu bellen of niet? Daarom vonden ze het fijn dat ik zelf was gekomen. Ik heb gezegd: ik ben ik, en ik red me wel. Al doe je alle lichten uit op Saxion, dan kan ik nog de weg vinden. ”
Paspoort Peter Mijsters
Woonplaats: Hoonhorst
Geboorteplaats: Raalte, 1955
Huwelijkse stand: getrouwd, drie kinderen
Werk: de afgelopen 17 jaar huismeester op Saxion in Deventer, daarvoor 17 jaar werkzaam bij het NIC in Zwolle, daarvoor timmerman, bij verschillende bedrijven in de regio.
Rubrieken
Gerelateerde artikelen
Afscheidsinterview Jan Willem Meinsma: “Ik sta op een T-splitsing"
In mei vorig jaar begon Jan Willem Meinsma als bestuurder, in de volle overtuiging dat hij dat voor vier jaar zou doen. Zover kwam het niet: per 1 januari neemt hij afscheid van Saxion. Een interview over het waarom van dat vertrek, eilandjescultuur, altijd aanstaan en maatschappelijke verantwoordelijkheid. “Je kunt geen cultuurverandering starten en dan na drie jaar zeggen: nou ga ik weg.”
Afscheidsinterview Pascal Heynen: Geen onderdeel van het meubilair, wel bijna een tatoeage
Nooit, nee nooit, zou Pascal Heynen zijn pensioen halen op Saxion, sprak hij meer dan 21 jaar geleden al uit. Dat doet hij dus ook niet. Toch voelt de directeur van de Academie Gezondheidszorg zich inmiddels zo verbonden met de hogeschool, dat hij bijna een Saxion-tatoeage had gehad, al zag collegevoorzitter Anka Mulder dat niet zitten. Een eerlijk afscheidsinterview over vriend en vijand, crisis of geen crisis, maar ook over loslaten. “Ik zie enorm op tegen het laatste moment hier. Daar slaap ik nu al slecht van.”
Afscheidsinterview; Gerard Koel stopt, maar houdt niet op met doceren
43 jaar op Saxion, 45 jaar fysiotherapeut, net zo lang bij dezelfde vrouw, nog tien jaar langer bij dezelfde voetbalclub. Een middelmatige amateurpsycholoog zou diagnosticeren; Gerard Koel houdt niet van verandering. Maar wie vijf minuten met hem praat weet dat het anders zit; de kritische Hengeloër heeft zoveel passie voor het vak, dat hij telkens weer nieuwe puzzels én oplossingen ziet. Een kort afscheidscollege, over fysiotherapie, de BV Nederland, en het onderwijs. “Mijn vrouw zegt soms wel: Gerard houd eens op, je bent hier thuis geen leraar. Nu is het wel genoeg.”