ko wierenga

Lector vanuit drie functies betrokken bij ontwikkelen klimaatplein; “Meteen de schijn van belangenverstrengeling”

Bij het ontwikkelen van het klimaatplein was Theo de Bruijn, lector Duurzame Leefomgeving, vanuit drie functies betrokken. Dat wekt volgens bestuurskundige Michiel de Vries ‘meteen de schijn van belangenverstrengeling’ en is volgens de vertrouwenspersonen wetenschappelijke integriteit op Saxion alleen mogelijk, als dat heel goed te verantwoorden is. De Bruijn: “De rollen hield ik gescheiden.”

Initiatiefnemer van het klimaatplein Kristoff Derveaux zit in het lectoraat van Theo de Bruijn, en de lector is lid van de Innovatieraad van het Innovatiefonds van waterschap Vechtstromen. Het dagelijks bestuur van het waterschap  verstrekte vanuit dat fonds opdrachten ter waarde ruim 71 duizend euro aan het Saxion-initiatief ‘Klimaatpleinen in Twente’ aan Saxion, ontwerpbureau Aveco de Bondt en stichting Pioneering. Ook is De Bruijn partner bij IAA Architecten, dat van Saxion de opdracht kreeg om het voorlopig ontwerp voor het plein te maken.

Daarmee was De Bruijn vanuit drie functies betrokken bij de ontwikkeling van het Ko Wierenga-plein naar het klimaatplein. De lector zelf zegt dat hij zich daarvan bewust was, en dat hij zijn werk bij Saxion, het waterschap en IAA Architecten gescheiden hield. “Ik ben verbonden aan drie organisaties, die betrokken blijken bij het klimaatplein. Dat onderscheid is cruciaal.”

“Als bestuurskundige zou de lector moeten weten dat je schimmigheid moet voorkomen”, zegt Michiel de Vries, hoogleraar Bestuurskunde aan de Radboud Universiteit. Belangenverstrengeling moet in het publieke domein te allen tijden vermeden worden, zegt hij ook. “En zelfs bij de schijn van belangenverstrengeling moet je wegblijven.” Dubbelrollen zijn ‘levensgevaarlijk’, aldus De Vries.

De vertrouwenspersonen integriteit op Saxion, de lectoren Cathy van Tuijl en Willeke Slingerland, zijn het daarmee eens. Ze spreken vanuit hun rol als vertrouwenspersoon en geven alleen commentaar op de casus, maar willen geen oordeel vellen: “Dat kan - en willen we - niet over een collega. We hebben geen reden om te twijfelen aan de intenties van betrokkenen, maar een constructie als deze is onwenselijk.”

“De vraag is of er stappen worden ondernomen om de verschillende rollen duidelijk te maken”, zeggen ze. Dat geldt voor de lector, maar ook voor het waterschap, Saxion en het architectenbureau. “Daar ligt een extra zorgplicht, en je moet je rol kunnen verantwoorden. Want je moet voorkomen dat het een ons-kent-ons circuit wordt. Bijvoorbeeld even de kamer uitlopen als je eigen projectvoorstel wordt besproken voor een subsidie, volstaat niet altijd.”

Niet mee bemoeid

Lector Theo de Bruijn begrijpt dat SaxNow belt over zijn verschillende functies. “Ik kan begrijpen dat hierover vragen zijn”, zegt hij. Maar hij vindt niet dat er sprake is van belangenverstrengeling, of de schijn daarvan. “Initiatiefnemer van het klimaatplein is docent-onderzoeker Kristoff Derveaux, die later in mijn groep kwam. Niet ik. Hij diende met Stichting Pioneering een projectvoorstel in bij het waterschap. Toen die op tafel kwam bij de Innovatieraad zei ik meteen: ik doe niet mee aan de meningsvorming over dit voorstel.”

In die meningsvorming kwam volgens De Bruijn naar voren dat het ontwerp van het klimaatplein onder de maat was. Op dat moment ging het nog om schetsen van Saxion-studenten. “Daar was ik het wel mee eens, maar ik heb me er niet mee bemoeid”, aldus De Bruijn.

Het projectvoorstel kwam op advies van de lector bij de Innovatieraad, laat Kristoff Derveaux weten. Dat de opdracht voor het ontwerp naar IAA Architecten ging, vond hij niet vreemd. “Het is toch onze huisarchitect en zij hebben destijds ook het gebouw en plein getekend.”

CvB: “Misschien per project de rollen aangeven”

Het college van bestuur gaat ervan uit dat de lector naar eer en geweten heeft gehandeld, laat woordvoerder Karin Effing weten. “Praktijkgericht onderzoek wordt vaak in samenwerking met het bedrijfsleven, een zorginstelling of organisatie gedaan. Het past juist dat lectoren daarin verschillende rollen hebben.”

Het is dan wel belangrijk dat lectoren transparant zijn over hun rollen en dat is bij Theo de Bruijn het geval, aldus het CvB. “Dat hij bij IAA Architecten werkt is algemeen bekend en was in dit geval geen aanleiding om te bespreken. Maar misschien moeten eventuele rollen in de toekomst per project worden aangeven: dat gaat het CvB overwegen.”

In een artikel in het blad TwenteVisie (februari 2021) worden Theo de Bruijn watergraaf Stefan Kuks geïnterviewd. Daarin komt het ‘onderzoeken, stimuleren en realiseren van zogenoemde klimaatpleinen in Twente’ aan bod. De Bruijn wordt opgevoerd als lector, partner bij IAA Architecten en lid van de Innovatieraad. Vanuit die laatste rol zegt hij: “Wij beoordelen of een initiatief voor een bijdrage in aanmerking komt en hoe het mogelijk nog verder versterkt kan worden.” Hij vult aan: “Een hoopvol project is het onderzoeken, stimuleren en realiseren van zogenaamde klimaatpleinen in Twente. Initiatiefnemer is Saxion, dat zelf bezig is met een plan om het plein voor de school klimaatbestendig en aantrekkelijk in te richten.”

Lopen hier rollen door elkaar? Dat herkent De Bruijn zo niet. “Je moet dit in de tijd zien, dit artikel is van na het voorstel en na de besluitvorming in het bestuur van het waterschap”, zegt hij. “Toen ik gevraagd werd om hierover wat te vertellen voor een artikel, vond ik het een goed idee. Ook omdat ik trots ben op het initiatief van Kristoff.”

Stefan Nijwening, als innovatiemanager verantwoordelijk voor het Innovatiefonds van het waterschap, laat weten dat De Bruijn, maar ook innovatieraad-lid Jeroen Hatenboer, directeur van stichting Pioneering, niet meededen toen het projectvoorstel ‘Klimaatpleinen in Twente’ op tafel kwam. Dat De Bruijn en Hatenboer zich afzijdig hielden is niet in het advies of ergens anders opgenomen, blijkt uit het opgevraagde stuk ‘Bespreking en beoordeling van zes Innovatieprojectvoorstellen’ en het besluit. Het artikel in TwenteVisie was volgens Nijwening “om het Innovatiefonds te promoten”.

Negatieve effecten

De Rijksuniversiteit Groningen heeft een duidelijke passage op haar website over belangenverstrenging. Privé- en werkbelangen kunnen door elkaar lopen, en daardoor kan belangenverstrengeling een bedreiging van de integriteit zijn, staat te lezen. De universiteit onderkent dat medewerkers diverse belangen en contacten hebben, die ook in het belang van de instelling kunnen zijn. Maar zulke connecties kunnen ook leiden tot potentiële belangenverstrengeling, die negatieve effecten kan hebben op de instelling, maar ook op de persoon of diens collega’s.

plein ko wierenga

Het Ko Wierenga-plein, dat tot een klimaatplein getransformeerd gaat worden.

Het is van belang dat gevallen van belangenverstrengeling tijdig worden herkend, aangepast en opgelost, staat op de RUG-website. “Ook als achteraf blijkt dat het slechts loos alarm was, is het belangrijk dat serieus en integer is omgegaan met het eventuele conflict.” De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de medewerker, die bij twijfel dient te overleggen met de leidinggevende. 

Binnen Saxion staat deze vorm van belangenverstrengeling nog niet goed genoeg op de radar, zeggen de vertrouwenspersonen. “Welke nevenfuncties bekleed je, welke belangen spelen er? Dat moeten we beter in kaart krijgen. Vaak komt belangenverstrengeling voort uit naïviteit: we denken dat we samen aan iets goeds werken. Maar je moet tunnelvisie voorkomen.”

Protocol voor samenwerking

Hans Vossensteyn, directeur van de Research en Graduate School, beaamt dat. Hij gaf eerder al aan dat er een protocol moet komen voor samenwerking met externe partners. “We moeten meer aan peer review gaan doen: laat een collega meekijken.” Omdat het hier niet om een onderzoeksopdracht gaat is het klimaatplein niet op zijn bureau gekomen. “Maar ik denk dat het goed zou zijn als we expliciet aangeven welke belangen er spelen, en wat we hebben gedaan om die te scheiden.”

Het klimaatplein is een aantal keren in het college van bestuur besproken, daar kwam op 12 juni een definitief akkoord uit. De betrokkenheid van het lectoraat lag niet expliciet op tafel, laat woordvoerder Karin Effing weten. “Het is algemeen bekend dat de lector partner is bij IAA Architecten, maar er was geen aanleiding om dit te bespreken omdat we ervan uit gaan dat er juist is gehandeld.” Dat heeft te maken met het proces: integriteit en eventueel verschillende belangen worden getoetst in het gesprek tussen de academiedirecteur en de lector.

Enkelvoudig onderhands

Het klimaatplein is ‘enkelvoudig onderhands’ aanbesteed door de dienst Facilitaire Service Organisatie (FSO): alleen aan IAA Architecten werd een offerte gevraagd. Dat kon, omdat het om een bedrag onder de 35 duizend euro ging. Directeur Jan Tromp zegt daarover: “De Bruijn was heel integer toen IAA Architecten ter sprake kwam: daar kan ik niks mee te maken hebben, zei hij. We kozen om IAA te vragen omdat we tempo wilden maken en omdat IAA Architecten een bekende partner is.” Het architectenbureau is sinds eind jaren ’90 van de vorige eeuw betrokken bij bijna alle nieuw- en verbouw van Saxion.

De Bruijn zegt zelf: “Toen ik hoorde dat FSO dit van plan was heb ik meteen gezegd: hier kan ik niets mee te maken hebben, want ik ben partner bij IAA Architecten.”

Op de website van Pianoo, het expertisecentrum aanbesteden, staat ‘korte procedure’ als één van de voordelen omschreven bij enkelvoudig onderhands aanbesteden. Maar bij nadelen: risico van belangenverstrengeling bij te innige band met één leverancier.” Volgens het Saxion Inkoop- en  aanbestedingsbeleid houdt Inkoop rekening met de behoefte (eisen en wensen) van de interne klant – oftewel de besteller. “Dat was FSO in dit geval zelf”, aldus Tromp. Hij geeft aan dat zijn afdeling geen integriteitsrisico zag in het selecteren van het bureau waar een lector partner is.   

Nevenfuncties

Saxion hoort de nevenfuncties van onderzoekers volgens haar eigen reglement uit 2019 op Saxion.nl te publiceren, maar heeft dat tot op heden niet gedaan. Dat openbaar maken van verschillende rollen is in lijn met de code wetenschappelijke integriteit, dat eerlijkheid, zorgvuldigheid, verantwoordelijkheid, transparantie en onafhankelijkheid beschrijft. Van de ‘hoogste’ groep onderzoekers, de lectoren, hebben lang niet alle hun functies buiten Saxion op hun profiel staan. Bij De Bruijn is op zijn pagina wel duidelijk dat hij partner is bij IAA Architecten.

Onderdeel van het reglement Nevenwerkzaamheden is dat de leidinggevende, in dit geval Suzan Veldhuis, academiedirecteur Business, Building & Technology, kan nagaan welke gevolgen de nevenwerkzaamheden kunnen hebben en welke belangen daarmee ‘worden gediend of geschaad’. Dat ze zelf bestuurslid is bij stichting Pioneering, mede-indiener van het projectvoorstel, vindt ze geen probleem: “Dat is een functie op afstand, ik participeer niet in projecten.”

Het klimaatplein en de rol van het lectoraat daarin is besproken, zegt Veldhuis. “In mijn gesprekken met de lectoren in onze academie staat integriteit uitgebreid op de agenda, dat vinden we heel belangrijk. Net als de nevenfuncties.”

In haar academie is De Bruijn parttime lector, naast zijn functie als partner bij IAA Architecten. Bij het klimaatplein gaat het om een maatschappelijk belang, aldus Veldhuis. “Daarbij is de lector zich bewust van zijn rollen en hoe die uit elkaar te houden. Dat laat hij ook zien.”

Officiële reactie waterschap Vechtstromen

Het waterschap Vechtstromen wilde een officiële reactie geven:

Waterschap Vechtstromen zoekt in de ontwikkeling en uitvoering van innovatieprojecten nadrukkelijk de samenwerking met bedrijven en kennisinstellingen. Zowel in de advisering over innovatieprojecten als in de besluitvorming en uitvoering daarvan is het dus extra belangrijk om belangenverstrengeling te voorkomen. Dat is in het project Twentse Klimaatpleinen ook gebeurd. De in het artikel genoemde leden van de innovatieraad hebben zich bewust onthouden van een bijdrage aan de totstandkoming van het advies aan het dagelijks bestuur van waterschap Vechtstromen. En ook in de besluitvorming over dit project en in de uitvoering ervan is er in de ogen van het waterschap geen sprake van enige vorm van belangenverstrengeling. Het waterschap herkent zich dan ook niet in het beeld dat in het artikel geschetst wordt.

rik

Rik Visschedijk