saskia zwolle

Saskia Zwolle schoffelt met Studium Generale al ruim 25 jaar in de ziel van de samenleving

Van het huiskamerdebat ‘Roddelpers en politici…’ in 1994 tot het zaalgesprek ‘Man, wees gelukkig en emancipeer’ uit 2019. Met een vuistdik boek vol beeldverhalen, banieren, posters en programmaoverzichten, heeft Saskia Zwolle 25 jaar Studium Generale op Saxion vastgelegd, samen met grafisch ontwerper Paula van der Heijdt. Een logboek om in te grasduinen. “En waarin je hopelijk al bladerend de tijdgeest vangt.”

De programmaleider van Studium Generale Saxion buigt zich over het kolossale boekwerk, in een kamertje op de vijfde verdieping van het hogeschoolgebouw in Deventer. De grote hoeveelheid geeltjes die uit de ‘stoeptegel’ steekt, verraadt haar worsteling. “25 jaar… Er valt zo veel te vertellen…”, verzucht Saskia, die sinds de oprichting in 1994 vrijwel geen programma heeft gemist.

Aan de hand van enkele gedenkwaardige ontmoetingen, anekdotes en geleerde lessen probeert ze samen met programmamakers (zie kaders) een beeld te schetsen van 25 jaar Studium Generale, dat programma’s maakt voor Dromers (cultuur), Doeners (beroep), Denkers (maatschappij) en Doodlopers - in goede en slechte tijden.

Roemruchte programma's: Geld & Geluk (1997)

De rijke Karel Lassche versus een man die een autarkisch bestaan leidt, waarbij geld in het geheel is uitgebannen. Die twee tegenpolen ontmoetten elkaar op 9 april 1997 in Deventer bij het rondetafelgesprek Geld & Geluk. Deze editie van Studium Generale staat nog altijd in het geheugen gegrift bij Rene van den Driesche. “Ik weet nog dat ze enorm in de clinch lagen.”

Rene raakte al in 1994 betrokken bij Studium Generale en kwam voor deze editie op het idee om een SG te maken over geld. “Een hot item in de jaren 90. Dat vinden studenten vast interessant…”, zo dacht de programmamaker. “Het frappante was echter dat er vooral docenten in de zaal zaten.”

Toch werd het volgens hem een gedenkwaardig programma. “De discussies tussen Karel Lassche, rijk geworden met onder meer speelautomaten, en John Mes, die letterlijk in een hol woonde in de Brabantse bossen, zijn me altijd bijgebleven. Die John Mes zei: ‘Als ik brood nodig heb, dan ga ik naar de bakker in het dorp. Die help ik dan een ochtend, waarna ik word uitbetaald in brood.’ Datzelfde deed hij bij de slager. Verder had hij niets nodig om gelukkig te zijn. Karel Lassche vond het helemaal niks. Je moet gewoon werken voor je geld, meende hij. Maar wat nou als je bewust kiest voor een heel andere levensstijl; dat is toch je goed recht?”

Prof. Ruut Veenhoven, die destijds bekendstond als ‘de geluksprofessor’, was ook bij het gesprek aanwezig om het vraagstuk ‘geld en geluk’ te duiden. “Het was een leerzaam programma voor de aanwezige studenten, vooral door de sterke tegenpolen en het interessante betoog van John Mes”, concludeert Rene. “Zeker als je het vertaalt naar de tijd van nu, waarin een duurzame levensstijl een heel belangrijk thema is geworden. Meer delen, minder consumeren, de opkomst van tiny houses…”

Met enig gevoel voor overdrijving kun je stellen dat John Mes woonde in een ‘tiny house avant la lettre’. Rene: “Hij was in elk geval zijn tijd vooruit, en in zekere zin een voorloper op veel hedendaagse principes. Daarom is dit programma van Studium Generale mij ook bijgebleven.”

Derde Wereldoorlog

Eerst maar eens terug naar het begin. In een artikel uit Hogeschoolblad IJselland dat op een van de laatste pagina’s staat afgebeeld, beschrijft Saskia de ontstaansgeschiedenis van Studium Generale in Nederland. Met daarin de volgende prikkelende quote: ‘Het ministerie van onderwijs heeft Studium Generale na de Tweede Wereldoorlog verplicht gesteld voor universiteiten om studenten moreel en ethisch besef bij te brengen, in de hoop dat daardoor geen Derde Wereldoorlog zou ontstaan’. Saskia glimlacht. “Best grappig, als je daar nu aan terugdenkt. Maar aan de grondslag, ethisch besef bijbrengen, is eigenlijk niets veranderd in de loop der jaren”, zegt ze 27 jaar na dato.

Om de rol van SG te duiden, gebruikt ze zelf de volgende beeldspraak: “SG zoekt steeds naar schoffelveldjes, waarin je experimenteert met wat nodig is om maatschappelijk relevante thema’s naar boven te halen en te belichten. Zo kom je van alles tegen.” Op deze wijze analyseert SG wat er in de samenleving speelt, en ijkt dat vervolgens binnen de hogeschool en met organisaties in stad. “Wij gaan erboven hangen en belichten het onderwerp vanuit verschillende invalshoeken, met programma’s die je meestal niet in het onderwijs zelf terugvindt. Ik denk dat SG altijd goed is geweest in het combineren van de buitenwacht met de binnenstem.”

Door te schoffelen in de ziel van de samenleving hoopt de programmaleider van SG ook vooral de stille onderstroom te bereiken. “Je krijgt de stem van de mensen die mopperen aan het kopieerapparaat niet boven tafel door een publiek programma te organiseren. In het pre-twittertijdperk was daar meer voor nodig.”

Klaagmuur

Zo bedacht Saskia in het prille begin om het jaar af te sluiten met een kerstboodschap, doormiddel van de zeven hopen en zeven wanhopen van mensen. “Daarmee wilde ik een soort Klaagmuur creëren binnen Saxion. Ik dacht: als mensen anoniem zo’n kaartje invullen, dan plakken we de affichewand daarmee vol en kunnen we in kaart brengen wat er leeft en speelt.”

Het werd een briljante mislukking; volgens Saskia soms meer waard dan een glorieus succes. “Het ging niet door. Mijn budget was op en Saxion wilde het initiatief niet ondersteunen, omdat mijn idee niet strookte met de kerstboodschap die de organisatie zelf wilde communiceren.” Ziedaar een wrijvingspunt. “SG is nou juist het schoffelveldje – de vrijplaats - om dit soort experimenten te doen.”

Van Gogh en Fortuyn

Experimenten volgden er nog genoeg. Net als kleurrijke figuren. Saskia noemt Theo van Gogh en Pim Fortuyn als sprekende voorbeelden. Eerstgenoemde was de gespreksleider bij een debat tijdens de Hbo Introductiedag, op 30 augustus 1994. “Dat had als thema: Deventer als onderwijs- en studentenstad en de invloed van paarse plannen daarop.”

Het werd een van de spaarzame programma’s die Saskia moest missen. “Ik woon in Amsterdam en zou samen met Theo in mijn Fiatje Panda naar de hbo-markt gaan. Maar mijn vliezen braken midden in de nacht voor dat debat; twee weken te vroeg. Gelukkig had ik een vervanger, Anja Krans, en ik heb toen vanuit het ziekenhuis de redactietekst gefaxt.”

Die kwam binnen bij het college van bestuur (CvB) van Rijkshogeschool IJselland. “Een lid daarvan, ik weet echt niet meer wie, zat in het programma en zou geïnterviewd worden door Theo van Gogh. Dat lid van het CvB is toen gaan strepen in de tekst, want vond een aantal vragen niet relevant. Gelukkig had Anja de oorspronkelijke tekst nog, en uiteindelijk is het wel gegaan zoals we zelf hadden bedacht. Het is wel vaker voorgekomen dat ik ergens voor heb moeten vechten of voet bij stuk moest houden.”

Roemruchte programma's: Onder Bankiers - Over de waanzin van de financiële wereld (2015)

Soms heeft een programma een iets andere uitwerking dan je op voorhand voor ogen hebt. Dat schetst programmamaker Anne van der Meer met haar terugblik op het SG-programma Onder Bankiers – Over de waanzin van de financiële wereld. “Het was zo druk, dat studenten hun plekken afstonden aan pensionado’s.”

Voor dit programma, dat op 12 maart 2015 gehouden werd in het kader van de Deventer Boekenweek, was de succesvolle auteur Joris Luyendijk uitgenodigd. “Zijn boek Dit kan niet waar zijn: Onder bankiers was net uit, maar we hadden hem al gestrikt voordat dit boek een enorme vlucht nam”, zegt Anne, die tussen 2014 en 2018 programmamaker was voor Studium Generale op Saxion.

“Joris Luyendijk was tijdens mijn studie geschiedenis een grote inspiratiebron. Hij heeft mijn wereldbeeld veranderd, en zijn eerdere werk Het zijn net mensen (over de kloof tussen beeld en werkelijkheid in het Midden-Oosten, red.) gaf me inzichten over hoe nieuws werkt; dat het eigenlijk altijd gaat over een afwijking. Mijn hoop voor dit programma was dat studenten net zo door hem geïnspireerd zouden raken als ik.”

Er was echter één probleempje. De theaterzaal, normaliter de vaste locatie voor de SG-programma’s in Deventer, was niet beschikbaar. “We moesten uitwijken naar een kleiner zaaltje op de begane grond. Daar schuilde wel een zeker risico in, want het kon weleens te krap zijn bij veel publieke belangstelling.”

Dat bleek het geval. “Vlak voordat het programma gehouden werd, zat Joris in zo’n beetje alle talkshows om te praten over zijn boek. Toen kregen we al het vermoeden dat er meer mensen zouden komen dan dat er capaciteit was. Gelukkig konden we nog wel het zaaltje ernaast regelen, waar we een livestream van het gesprek toonden.”

Op de dag zelf was het één grote chaos, herinnert Anne zich. “Joris arriveerde erg laat en er waren veel meer bezoekers dan we op voorhand hadden gedacht; ruim honderd. Er stonden veel mensen, vooral in de leeftijdscategorie pensionado’s, buiten te wachten en die wilden allemaal in de zaal zitten waar Joris zou gaan spreken. Er waren helaas maar weinig studenten en die hebben toen ook nog eens aangeboden om in het parallelzaaltje te gaan zitten.”

Met als resultaat een succesvol programma dat tegelijkertijd zijn doel voorbijschoot. “Ik had een heel dubbel gevoel na afloop. Het was een interessante lezing en er was veel publiek. Maar dat is het ‘m nou net: het publiek maakt niet het succes. De hoeveelheid bezoekers is voor mij geen voorwaarde voor een geslaagd programma. Je doet het vooral voor het studentenpubliek, in de hoop dat zij er iets van opsteken. Maar júíst de studenten vertrokken naar het bijzaaltje en kregen ook niet de mogelijkheid om vragen te stellen.”

In zekere zin vormde het succes van Joris Luyendijk zelf de bananenschil voor het programma. “Het had zou mooi kunnen zijn, als we voldoende capaciteit hadden gehad…” Volgens Anne tekent dit programma in z’n geheel het karakter van SG: “Het is continu zoeken naar de juiste afstemming, maar het is in mijn ogen in elk geval nooit saai.”

Bommelding

Het programma waarvoor Pim Fortuyn acte de préséance gaf, in februari 1996, ging aanvankelijk ook gepaard met een hoop bombarie. “Op het moment dat hij voor de deur stond, was er een bommelding in het gebouw.” Saskia grijnst – haast verontschuldigend - om de crue ironie. “Het had niets met hem van doen, maar achteraf zie je natuurlijk wel een bepaalde coherentie…”

Een maand later kwam Fortuyn keurig opnieuw opdraven voor de lezing en het debat over ‘De arbeidsmarkt van God los’. “Hij ging in discussie met landelijke voorzitters van politieke jongerenpartijen, over de honkvastheid van de arbeidsmarkt. Ik meen mij te herinneren dat hij die voorzitters zonder enige moeite heeft gevloerd.”

Een charismatische, maar ook een typische man. Zo omschrijft Saskia wijlen Pim Fortuyn. “Hij liet zich in zijn luxe Bentley rijden door studenten. Na een programma gingen we altijd eten met onze gasten, voor de nabespreking. Maar het was niet de bedoeling dat die studentchauffeur daarbij aanschoof, vond Fortuyn. Toen hebben we maar iets te eten naar zijn auto gebracht.” Een vliegende taart? “Haha, nee, dat niet…”

Wake-upcall

Voor datzelfde programma was ook cabaretier Sanne Wallis de Vries uitgenodigd. “Zij had toen net het Leids cabaretfestival gewonnen en trad bij ons op tijdens de lunchpauze in de kantine, als opwarmer voor het middagprogramma. Maar Sanne stopte na tien minuten en zei: ‘Hier heb ik geen zin in, er luistert niemand.’” Over briljante mislukkingen gesproken… Een wake-upcall, erkent Saskia. “Je probeert iets en dan kom je tot de ontdekking dat het niet werkt. Dat heeft ertoe geleid dat we culturele programma’s zijn gaan doen geconcentreerd in een week tijd, in samenwerking met de stad.”

Als voorbeeld van de wisselwerking met de stad – naast Deventer later ook Enschede en Apeldoorn - noemt ze de IJselland Kennisquiz, die eind vorige eeuw drie edities kende. “We deden die quiz samen met de studieverenigingen in Deventer. Hij bestond uit drie delen: een ronde met feitenkennis, een debatronde en een creativiteitsonderdeel. Preluderend op het feit dat je niet alleen harde kennis, maar ook vaardigheden en creativiteit nodig hebt om succesvol te zijn. De toenmalig burgemeester zat in de jury en de trofee voor de winnaar was ook naar hem vernoemd: De Van Lidth de Jeude-bokaal. Ik ben zo arrogant om te veronderstellen dat de VPRO Wetenschapsquiz toch wel enigszins is afgeleid van onze quiz.”

Roemruchte programma's: Green Clothing Bring it on! (2017)

Wat doen bedrijven uit de kledingindustrie om de voetafdruk van mode op het milieu te verkleinen? Rond dat vraagstuk werd op 9 mei 2017 in Enschede het SG-programma Green Clothing Bring it on! gehouden. Harrie van Bommel - momenteel op Saxion in functie als onder meer programmamanager van het Fieldlab circulaire innovaties in de maakindustrie (CIM) - is als deelnemer en/of organisator bij meer dan tien SG’s betrokken geweest, maar deze editie springt er wat hem betreft bovenuit.

“Duurzaamheid in de kledingindustrie was destijds al een belangrijk thema, onder meer door de textielfabriekramp in Bangladesh. Maar het ging toen vooral over sociale duurzaamheid; werkomstandigheden. Wij focusten ons bij het programma Green Clothing Bring it on! op de milieukant, ecologische duurzaamheid dus. Dat thema is sindsdien alleen maar ‘hotter’ geworden”, meent Harrie, die in 2016 aan de UT Twente promoveerde op zijn onderzoek naar duurzaamheidstrategieën van bedrijven in de kledingindustrie.

Bij de discussie in Enschede waren afgevaardigden van onder meer MUD Jeans en H&M aanwezig. Tot op zekere hoogte twee tegenpolen. “MUD Jeans is een bedrijf dat heel fanatiek bezig is met het milieu. Ze leasen bijvoorbeeld ook jeans. Die moet je dus terugbrengen nadat je ze hebt gebruikt, zodat het materiaal gerecycled kan worden.” Erg duurzaam, kortom.

Onder milieubewuste studenten bestaat dat beeld niet van H&M, volgens Harrie. “Het aardige van dit programma was echter dat wij geen partij kozen en ook niet keken naar wat H&M verkeerd zou doen. De kernvraag was juist wat bedrijven wél doen aan duurzaamheid, en waar het beter kan. Dit leverde verrassende nieuwe inzichten op, ook voor de aanwezige studenten. Zo blijkt H&M bijvoorbeeld een ‘consious collection’ te hebben, waarbij gebruik wordt gemaakt van meer recyclebare materialen.”

Op dat vlak is er hoe dan ook nog een wereld te winnen, benadrukt Harrie. “Het percentage van recyclebare kleding is momenteel slechts één procent.” Voorbeelden van die ene procent werden door Saxion-studenten getoond op de catwalk, in een modeshow die onderdeel was van het SG-programma. Aangevuld met de expositie Rhapsody of ideas for sustainable fashion, die van 8 tot en met 17 mei 2017 te aanschouwen was in de centrale hal van de hoofdlocatie van Saxion in Enschede.

“Door die combinatie van verschillende uitingen kreeg het thema veel meer impact. En zo maak je het voor studenten ook aantrekkelijker dan een losstaand programma. Dat is in mijn ogen de kracht van Studium Generale.”

Pakketjes

Ontmoeting, dialoog en debat. Dat zijn drie kernbegrippen die idealiter in elk programma van Studium Generale verweven zitten. Ze komen bijvoorbeeld sterk tot uiting in de vele diner pensants die SG organiseerde, waarbij de socratische dialoog – denkgesprek – centraal staat. “In de kern willen we met SG pakketjes aanbieden rond een bepaald thema. Zo’n pakketje bestaat uit meerdere uitingen om een thema te agenderen. Van het creëren van awareness tot het houden van, bijvoorbeeld, een expositie.”

Kijkend naar de toekomst fantaseert Saskia over een ‘toegepast wetenschapsmuseum’, in de vorm van een container op wielen op de markt. “Zoals in Gent, waar een tot voorbeeld strekkend museum staat voor wetenschap, twijfel en kunst. Met zo’n wetenschapsmuseum kun je mensen uit de stad meenemen in je onderzoek, en bijvoorbeeld rond corona tal van relevante thema’s aansnijden, zoals privacy of gezondheidstechnologie. Je agendeert dan de vraag: wat speelt hier nou?, creëert awareness én het nodigt uit dialoog.”

Ziedaar SG in een notendop, maar dan verpakt als container.

‘Zonder Paula was dit boek er niet gekomen’

Het boekwerk Saxion Studium Generale 2019-1994 is in te zien bij de Saxion bibliotheken. Saskia Zwolle erkent dat het een enorme klus was om al het beeldmateriaal van die 25 jaar te verzamelen. Ze wil daarvoor vooral de credits toeschrijven aan grafisch ontwerper Paula van der Heijdt. “Zonder Paula was dit boek er niet gekomen”, benadrukt Saskia. “Zij is al jarenlang de toonzettende vormgever van Studium Generale en zeker 80 procent van het beeldmateriaal in het boek komt van haar hand.”

saskia

Programmaleider Saskia Zwolle met haar boek waarin ze 25 jaar Studium Generale vastlegde. 

Roy Heethaar

Roy Heethaar