Wat moet je nog denken na drie jaar oorlog? Wat moet je nog vinden? En vooral: wat valt er nog te voorspellen? Drie jaar na de Russische invasie weten Oekraïense Saxion-studenten nauwelijks nog wat ze moeten voelen en geloven. Een verhaal over versneld volwassen worden, schuldgevoel en machteloosheid. “We zijn gestopt met dingen verwachten.”
Na drie kwartier gesprek verontschuldigt Mykhailo ‘Misja’ Horovets zich. Sorry voor een verwarrend gesprek, zegt hij. “Maar ik weet niet meer wat ik denk. Ik weet niet meer wat ik moet zeggen. Ik snap helemaal niets.”
Dat is wat drie jaar invasie in Oekraïne door Rusland deed met de 17-jarige student Applied Computer Sciences uit Boetsja, een stad die compleet vernield werd door de Russen, en inmiddels internationaal bekend staat om het bloedbad van Boetsja.
Zonder in details te treden vertelt Misja hoe hij als 15-jarige jongen het bloed op de straten zag. Hoe het vierhoge appartementsgebouw waar hij vanuit zijn woning op uitkeek simpelweg werd uitgevlakt.
Hoe ongelofelijk het was, toen de Russen echt binnenvielen, ondanks de waarschuwingen vanuit Amerika. “Tuurlijk hadden we het daar over, we maakten er zelfs grapjes over, maar dat het echt zou gebeuren, was onvoorstelbaar.”
Het gebeurde allemaal ontzettend snel. Geen tijd om na te denken. Hij vertelt over een vlucht naar centraal Oekraïne. Hoe de raketten in golven over het land kwamen. “Soms was het rustig en dan waren het er opeens honderden.” Hoe het is om in een schuilkelder te zitten. “Heel raar.”
Hij vertelt over machteloosheid. “Het is zo ontzettend moeilijk te begrijpen. Voor ons gebeurde dit totaal zonder reden. Wij hadden niks gedaan.”
Inmiddels gaat het oké in Boetsja, zegt hij ook, men is bezig de boel opnieuw op te bouwen. Straten worden opnieuw aangelegd, appartementen gebouwd en er verrijzen winkelcentra. Met zijn ouders gaat het relatief goed, denkt hij. “Natuurlijk zien ze de verschrikkingen, maar ze kunnen nog lachen om mijn grapjes.”

Mykhailo Horovets (17) komt uit Boetsja en is bezig aan zijn eerste jaar Applied Computer Science. Foto's: SaxNow
Toch is het openbare leven veranderd. Niet alleen in Boetsja. Maar in heel Oekraïne lijken luchtige gesprekjes niet meer te bestaan. Over het weer of over een treinverbinding. Het plezier is eruit geslagen. “Het valt me op dat mensen niet echt meer zin hebben om te praten.”
Wat hij vindt van de huidige politieke ontwikkelingen? “Mijn mening doet er niet toe. Wat moet ik doen, Trump bellen?” Hij houdt afstand tot het nieuws. “Wat ik heb geleerd is dat woorden er niet te doen, maar wel wat ik zie en wat mensen die ik ken zien.”
Buurjongen
Zo iemand is zijn buurjongen Oleksander ‘Sasja’ Kuprii (21). Ze groeiden op in dezelfde flat. Een bijzonder toeval: Sasja (21) studeert ook Applied Computer Science op Saxion. De ambitieuze vierdejaars vertrekt binnenkort naar Luxemburg, voor een afstudeerstage bij techgigant Amazon.
Ook hij gelooft drie jaar na de invasie eigenlijk alleen nog maar wat hij hoort en ziet van goede bekenden. Conclusies trekken doet hij liever niet. “Als ik iets heb geleerd, is het niet te snel te oordelen. Er is zo ontzettend veel fakenews vanuit Rusland, dat je over maar heel weinig dingen zeker kan zijn. Dus ben ik voorzichtig.”
En hij voelt dezelfde machteloosheid. “Zelf kan ik niets veranderen. Ik hoop alleen maar op het beste.” Voor de mensen aan de frontlijn zijn de recente berichten over de gesprekken tussen Amerika en Rusland een hard gelag, zegt hij. Zeker mochten straks de huidige territoriale verhoudingen bevroren worden. “Zoveel levens verloren, zoveel mensen getraumatiseerd. Voor wat? Dat is de grote vraag.”
Als ik iets heb geleerd, is het om niet te snel te oordelen.
Niets meer voorspellen
Illia Guzerya (19) studeert ook Applied Computer Science op Saxion, hij is tweedejaars. Anderhalf jaar is hij nu in Enschede. Hij komt uit Kryvy Rih, ook de geboorteplaats van de Oekraïense president Zelensky, een industriestad in de oblast Dnjepropetrovsk. De oorlog is ontzettend uitputtend, zegt hij, al cijfert hij zichzelf daarbij gelijk weg. “Voor mijn familie, zelf mag ik niet klagen.”
Hij zag de frontlijn niet. Zag niet alle verschrikkingen, benadrukt hij. Voor hem was het zeker niet erger dan voor de rest, wil hij er maar mee zeggen. Zoals alle Oekraïense studenten hier stuk voor stuk benadrukken: zij hebben het beter dan hun landgenoten die nog daar zijn.
Toch zijn er momenten die hij zich levendig herinnert. Vooral de eerste dag van de oorlog. En een aantal grote raketaanvallen. Een periode van een maand in een schuilkelder. “We gingen er alleen af en toe even uit om te douchen en wat kleren te pakken.”
Ook hij zegt niet te willen oordelen over de politieke ontwikkelingen. “Dat is te ingewikkeld voor mij. Ik wil hier niet allerlei grote gedachten claimen.” Hij praat alleen nog met familie en goede vrienden over de oorlog. “We voorspellen ook niets meer.”
Aan het begin was de hoop op een snel einde aan de oorlog een stuk groter, zegt hij. “We hebben onze verwachtingen aangepast. We zijn gestopt met dingen verwachten, zodat we niet te verdrietig worden.”
Volwassen
Misja benoemt iets wat bij zijn medestudenten ook al tussen de regels door sijpelde. Hij voelt een schuld, zegt hij. Hij is vastberaden in de toekomst terug te gaan naar Oekraïne. Hij wil het land helpen. Bijvoorbeeld bij de wederopbouw. “Ukraine will be great again”, zegt hij met een ironische grijns.
Behalve gevoelens van machteloosheid, verwarring en uitzichtloosheid had de oorlog ook een andere invloed op hem, wil hij nog zeggen. Hij is de roze bril die hoort bij zijn leeftijd kwijt. De oorlog heeft veranderd hoe hij de wereld ziet, waar hij dagelijks mee bezig is. “Dit heeft ons volwassen gemaakt, planmatig, een doel gegeven.” Noodgedwongen moest hij bezig zijn met zijn eigen toekomst. “Dan worden andere dingen, zoals uitgaan, veel minder belangrijk.”
Bij dat volwassen worden kwamen zorgen die een jongen van 17 eigenlijk niet zou moeten hebben. Zoals over zijn zusje van acht jaar oud. “Het gekke is: dat is een volstrekt gelukkig meisje. Alles is perfect.” Ze hebben haar uitgelegd wat er allemaal gebeurd is, maar wat het echt met haar doet, en in de toekomst gaat doen: hij weet het niet. “Ik heb geen flauw idee wat er in haar hoofd omgaat.”

"De oorlog heeft de roze bril afgenomen", zegt Misja Horovets (17). Foto's: SaxNow
Gerelateerde artikelen
Pepijn (27) werkt, studeert én zou zomaar de jongste Hengelose stadsprins kunnen zijn
Met 27 jaar al stadsprins? Pepijn Fikkert (27) is student werktuigbouwkunde én de jongste Hengelose stadsprins vanuit zijn vereniging tot nu toe. En die combinatie is zeker niet makkelijk. Nu carnaval in volle gang is, heeft Pepijn een advies voor zijn medestudenten: “Maak eerst je studie af voordat je prins carnaval wordt.”
Vertrekkend bestuurder Timo Kos naar Leiden met een missie; “Aanval gaande op de democratische instituties en rechtsbescherming”
Voor Timo Kos is het verdedigen van de academische vrijheid nóg belangrijker dan de vitaliteit van Oost-Nederland. Dus vertrekt hij naar de Universiteit Leiden, met een bitterzoet gevoel, want hij was hier nog niet klaar. Een gesprek op zijn allerlaatste dag over compromissen, de rechtsorde én Erik uit De Kleine Zeemeermin. “Zelfs de partijen waar je voorheen op kon rekenen, bemoeien zich met wat het onderwijs en wetenschap wel en niet zouden mogen vinden.”
De Stijl Van: Voor Azra Çelik geldt less is more
Azra (17) had vanochtend weinig tijd om over haar outfit na te denken. Is dat terug te zien? Totaal niet, ze heeft het voor elkaar gekregen om in de haast een tijdloze outfit aan te trekken. Neutrale kleuren en texturen met hier en daar een opvallender kleurtje. “Mijn stijl is gewoon heel basic.”