Dat gele kunstwerk in het Harry Bannink-theater, dat wel een beetje lijkt op een Chinees karakter. Wat is ‘t eigenlijk? Dat is nu duidelijk, want voor het eerst sinds 1983, toen het onthuld werd, staat er nu een beschrijving bij. Met dank aan oud-directeur Theodor van de Velde, die de kunstenaar en een 93-jarige jonkheer (De Maere d’Artrycke) uitnodigde voor de onthulling van het begeleidend schrijven bij het werk, afgelopen vrijdagmiddag.
Twee dagen eerder, woensdagmiddag, belt Theodor van der Velde naar SaxNow. Hij heeft een pracht van een verhaal te verkopen zegt hij, handelend over een kunstwerk, een ‘stokoude baron’, en een vermissing en terugkeer. En daar moet SaxNow, als ‘roemrucht nieuwsmedium’, natuurlijk bij zijn, vindt hij.
Plaats en tijd van handeling: het Harry Bannink-theater, vrijdag 16.15 uur. Want dan komt de oude baron, op zijn verzoek, naar Saxion. “Daar maak je toch gewoon tijd voor?”, vraagt Van der Velde retorisch. En met bravoure: “Goed, want als jij komt, dan hoef ik de Tubantia en RTV Oost niet meer te bellen.”
Zo snel mogelijk
Die vrijdag blijkt waar het over gaat. Het kunstwerk heet L’oiseau déraciné (de ontwortelde vogel). De kunstenaar, die ook aanwezig is, heet Andre Boone. Verder is Ruben Sinkeldam in het theater, want hij is coördinator kunst. Toen Van der Velde ‘ontdekte’ dat De Maere nog leeft, besloot hij dat deze bijeenkomst zo snel mogelijk georganiseerd moest worden.
Op het nieuwe beschrijvingsbordje staat dat het werk in 1984 werd onthuld, maar kunstenaar Andre Boone verbetert dat meteen: ‘Het was in 1983, het jaar van mijn afstuderen’. Theodor van der Velde vroeg de toen nog AKI-student om als afstudeeropdracht het werk te maken. En hij nodigde de baron uit, om het werk te onthullen – dezelfde baron (die eigenlijk jonkheer is, zo vertelt hij), die veertig jaar later weer op Saxion is.
De cirkel is voor De Maere d’Artrycke zo weer rond, vertelt de kwieke 93-jarige. Als je zou zeggen dat hij 73 is, zou je het ook geloven. Hij komt voor dit moment graag uit Vlaanderen met zijn zoon, omdat hij ‘fier’ is, als nazaat van de textielbaron die veel voor Twente en Enschede betekende. Want het was zijn voorvader jonkheer Charles Louis de Maere die vanaf 1830, toen Nederland en België uit elkaar gingen, de katoennijverheid naar Twente bracht.
Deze Charles Louis speelde een belangrijke rol bij de verbetering van de werkomstandigheden en de scholing van de textielarbeiders in Enschede. Al in 1833 stichtte hij samen met het stadsbestuur de eerste weefschool van Enschede met plaats voor 25 leerlingen. Hieruit is later de Hogere Textielschool ontstaan, in 1909 kwam uit de Nederlandse School voor Nijverheid en Handel de Textielschool voort, in 1918 gevolgd door de Hogere Textielschool. Oftewel een voorloper van Saxion.
Charles Louis de Maere leeft voort als naamgever van gebouw De Maere, in gebruik door het ROC. En als naamgever van Stichting de Maere, dat initiatieven ter versterking en promotie van middelbaar en hoger textielonderwijs in Nederland en daarbuiten faciliteert en ondersteunt.
Buiten de gebaande paden
Terug naar het heden. Het was Theodor die met het idee kwam van een naambordje, vertelt kunstcoördinator Ruben Sinkeldam. Ze hebben een klik met elkaar. “Theodor kan iets regelen buiten de gebaande paden om, als hij dat belangrijk vindt. Dat hebben we gemeen.” Want Sinkeldam is bezig met een inventarisatie van alle kunst op Saxion, en wil die van informatie voorzien. “Dat is nog lang niet klaar. Voor dit initiatief heb ik een uitzondering gemaakt.”
Hij vindt het kunstwerk in het theater mooi, zegt hij. “Met een prachtig verhaal erachter.” Want het werk hing in wat destijds de kantine was. Maar bij een verbouwing in 2004 raakte het werk kwijt. Pas met een verbouwing in 2016, werd het kunstwerk weer teruggevonden en opgehangen. Hoe een werk van z’n omvang ‘kwijt’ kan raken, dat blijft een raadsel.
Andre Boone, de kunstenaar, is blij dat het werk compleet is, nu zijn naam en de titel L’oiseau déraciné leesbaar is, net als een korte omschrijving van het werk. “Het is een klein wonder dat het werk nog heel is”, zegt hij. Want in de tijd dat deze plek dienst deed als kantine, gingen de studenten bepaald niet museaal om met het werk. Ze stalden hier hun tassen in, maar hingen er ook dikwijls aan. En het werk is dus ‘lost and found’. Maar L’oiseau déraciné blijkt ook van een flinke dosis weerbaarheid voorzien, concluderen we. Voor de kunstenaar is nu de cirkel rond.
De ontwortelde vogel
Het werk L’oiseau déraciné werd door Andre Boone gemaakt als afstudeeropdracht, op verzoek van oud Saxion-directeur Theodor van Velde. Het staat symbool voor verandering en vooruitgang. De ‘vogel’ vliegt een onzekere toekomst tegemoet en de gele kleur staat voor optimisme en zelfvertrouwen. De verankering in de muur symboliseert de onlosmakelijke verbinding met zijn geschiedenis.
In de tekst wordt dat verbonden aan Twente, dat van textielregio naar een kennis-innovatieve regio is ontwikkeld. En aan Saxion, dat zich ontwikkelde van een school in het hoger onderwijs, naar een instelling van hoger beroepsonderwijs met innovatief toegepast onderzoek.
Gerelateerde artikelen
Ruim miljoen euro subsidie voor projecten op gebied van ondermijning, duurzaam bouwen en landbouwemissies
Drie SPRONG-projecten van Saxion hebben opgeteld meer dan één miljoen euro subsidie gekregen van regieorgaan SIA. De projecten richten zich op uiteenlopende onderwerpen: het duurzaam gebruik van hout in de bouw, tegengaan van criminele geldstromen en ondermijning en het verlagen van schadelijke uitstoot in de landbouw en het verwaarden van mest.
Vijfenzeventig procent neventaken, deel 6 (van 10): Onderwijspolitiek: complotten en corruptie?
Van de invoering van het nieuwe onderwijsmodel, online toetsen en de SDG’s die in het curriculum komen, tot Reisbalans en onderling omgaan met kritiek. Wilco Bouwhuis, docent technische natuurkunde, schreef een opinie van 16.000 woorden over alles wat hem bezighoudt op Saxion. In deel 6 (van 10), beschrijft hij de ‘onbedoelde’ onvrede onder studenten en medewerkers over het onderwijs: “Door een onderwijsorganisatie die, uit angst, vasthoudt aan diezelfde complexheid – en macht.”
Column: Groepswerk
Ooit gaf ik een introductiecollege voor een projectopdracht voor eerstejaarsstudenten in het vierde kwartiel. Omdat het plaats vond in het Harry Bannink-theater, dat zich leent voor dramatiek, kwam ik altijd op met de achtergrondmuziek van Darth Vader uit de Star Wars-films.