In deze aflevering van Opgevallen: Corrie Hemkes (63), docente Communicatie bij de academie Business Building & Technology (BBT). Ook aanwezig: haar hulp Kermit de Kikker (onbetaald, leeftijd onbekend). Waar die groene assistent veel zegt over de humor én lesopvattingen van Hemkes, blijkt ze bovenal een betrokken, enthousiaste én kritische docent. “Ik hoop toch wel dat het onderwijs in onze organisatie centraal blijft staan.”
Fenne Tulp, Sharel Zweverink en Leen Alhomsi hoeven niet lang na te denken voor ze Corrie Hemkes noemen als een docent die hen bijbleef. Sterker: het trio Bouwkunde-studenten zegt dat ze Corrie echt missen, sinds ze hen geen les meer geeft.
Hemkes had zelfs een bijnaam voor het drietal: “de drie musketiers”, omdat ze onafscheidelijk zijn. “Ze is altijd zo enthousiast en vrolijk, zowel in de klas als erbuiten. Ze gaat voor de les koppen tellen om te checken of er niemand mist, zo is ze gewoon. Ook had ze in de les een toeter van een kikker bij zich.”
Een toeter van een kikker, mevrouw Hemkes?
Corrie Hemkes begint te lachen. “Moet ik Kermit even ophalen?”
Graag. Hoe zit het met Kermit?
“Dat is mijn groene kikker, die ik altijd in mijn lokaal heb. Dat zit zo; de eerste les is het belangrijkste. Dan wordt van beide kanten afgetast; kan ik ze aan? Of andersom; kunnen we die vrouw aan?
Ik stel dan altijd aan de groep de vraag; wie van jullie heeft als eerste behoefte aan pauze? Het leuke is: dan krijg je heel verschillende reacties. Sommige studenten steken zelf hun vinger op of ze wijzen: hij of zij. Uiteindelijk kies ik dan een student, die mag knijpen in Kermit als hij of zij behoefte aan pauze heeft.”
Klinkt slim. Wordt Kermit ook wel eens misbruikt?
“Nee hoor. Helemaal niet zelfs. Het werkt perfect. En we hebben een hoop lol met Kermit. Kermit is ook wel eens mee geweest op studiereis. Kermit en ik gaan dan eerder naar bed dan de studenten. Toen heb ik Kermit keurig ingestopt onder een klein dekentje, en even een foto in de studentenapp gestuurd.”
Of het nou aan Kermit ligt of niet, maar u heeft behoorlijk indruk gemaakt op je studenten. Hoe voelt dat?
“Ontroerend, als ik heel eerlijk ben. We hebben ook een heel bijzonder vak: ik mag een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van jonge mensen. Ik vind dat oprecht iets heel bijzonders. En het is natuurlijk ook iets heel kwetsbaars. In mijn lessen wordt veel gelachen, maar je kunt als docent iemand door een onbedachtzaam moment iemand heel erg kwetsen.”
Wat is het belangrijkste als docent?
“Het belangrijkste als docent zijnde is dat je oog hebt voor de studenten en ook echt naar ze luistert. En het begint natuurlijk ook met kennis. Er is tegenwoordig zo’n gedachte dat we allemaal coach moeten zijn, idioot natuurlijk, maar dat geeft niet. Volgens mij gaat het om drie dingen: kennis, liefde voor het vak en liefde voor de student.”
Hoe doet u dat, oog hebben voor de studenten?
“Bij mij in de les staat persoonlijk contact voorop. Dus ook geen mobieltjes. En ik zal zelf bij voorkeur toch echt geen powerpoint gebruiken. Als je daar goed over nadenkt, moet je die hele digitalisering verbieden. Digitalisering werkt in op het deel van de hersenen waar verslavingsgevoeligheid ligt. Verslavingsgevoeligheid, daar reageren die mobieltjes op. Daar zijn ze voor gemaakt, maar bij mij dus geen mobiel in de klas.
Studenten willen gehoord en gezien worden, uiteindelijk hebben we allemaal die behoefte. Maar ik heb het idee dat dit steeds minder gebeurt. Dat geldt net zo goed voor medewerkers, die willen ook gezien worden, bijvoorbeeld door het bestuur. Soms denk ik: het is allemaal wel heel erg op afstand. Maar onderwijs is een sociale aangelegenheid en daarvoor moet je elkaar ook echt ontmoeten.”
De studenten die wij spraken, zien u vooral ook als vrolijk, enthousiast en oprecht geïnteresseerd.
“Als iemand er niet is, of er is iets, dan vraag ik daar ook naar. Dat is misschien een verschil. Nogmaals: we willen allemaal gehoord en gezien worden, studenten ook. Wat ook helpt: deze studenten die jullie spraken zijn ook gewoon heel grappig. Ik vind ze echt heel grappig. Al komen ze net als andere studenten ook gewoon hun afspraken soms niet na. Maar dan denk ik: alsof collega’s dat allemaal wel doen? Ze zijn hier toch ook om te leren?”
Hoe bent u eigenlijk docent geworden?
“Ik ben er per toeval een beetje ingerold. Als iemand mij vroeger had verteld dat ik voor de klas zou staan, had ik gedacht: dat kan ik toch helemaal niet? Ooit begon ik binnen Saxion als communicatieadviseur, toen had elke dienst en academie nog een eigen communicatietak. Nu wordt dat centraal geregeld, zoals meer. Ik werk inmiddels meer dan 25 jaar op Saxion.”
Hoe kijkt u naar centralisatie in het onderwijs?
“Ik hoop toch vooral dat het onderwijs centraal blijft staan. Er wordt best veel bedacht, soms door mensen van buitenaf. SOM voelde bijvoorbeeld als van bovenaf afgelegd. Daarbij lijkt soms verkeerdom geredeneerd te worden, niet vanuit de vraag: wat moeten wij de studenten meegeven?”
Denkt u dat studenten door de jaren heen veranderd zijn?
“Ja absoluut, ik merk vooral een verandering in houding. Ze zijn meer consument. Studenten denken vaak: wat gaat u als docent doen om ervoor te zorgen dat ik de toets haal? Zo werkt het natuurlijk niet, maar hoe speel je daar als onderwijs op in? Als docent, ben ik lief maar ook stevig, ik ga de studenten niet pamperen. Ook corrigeer ik op gedrag, niet op persoonlijkheid.
En ik spreek duidelijke spelregels af. We komen op tijd, je meldt je af als je niet kan en als je niet op tijd bent, dan wordt daar wat van gezegd. Waarom ben je te laat? Dan hoor je soms mooie dingen, zoals ‘ik ben met de bus, maar de buschauffeur was de weg kwijt.”
Gelooft u dat dan?
“In de basis geloof ik studenten altijd. Als ze er om jokken, doen ze bovendien vooral zichzelf tekort.”
Uiteindelijk zitten ze er voor zichzelf?
“Ja. Al kan dat soms ook tot misverstanden leiden. Ik heb wel eens gezegd, wat noteren jullie weinig, jullie zitten hier uiteindelijk vrijwillig. Toen ging er een hand omhoog: ‘we mogen blijkbaar weg, want u zei toch dat we niet verplicht hoeven te komen?”
Hoopt u een verschil te kunnen maken voor studenten?
“Dat hoop je natuurlijk altijd, ook al is het maar een klein verschil. Naast de lessen die ik geef, ben ik ook studiecoach voor langstudeerders, samen met Egbert Jan Pasman. Een groep jongens waar ik elke woensdag mee afspreek om te praten en te zoeken naar oplossingen. Het is echt briljant om te zien hoe ze langzamerhand weer de regie over hun eigen leven krijgen. Wij geven de handvatten en uiteindelijk moeten zij het zelf doen.”
U praat makkelijk over het werk en de organisatie, maar mogen we ook wat weten over uw privéleven?
“Ik ben geboren in Katwijk in een gezin met vijf kinderen. Destijds een gelovige gemeente inderdaad, maar ons eigen gezin was nooit zo conservatief. Inmiddels woon ik alleenstaand en gelukkig in Glanerbrug. Mijn grootste bezigheden zijn fietsen en lezen, daarnaast ga ik met veel plezier naar klassieke concerten. Eerder heb ik ook gezongen, maar daar ben ik mee gestopt, wel wil ik weer beginnen. Ik werk nu nog vier dagen in de week door de SOP-regeling (Seniorenregeling Onderwijs Personeel).”
Hoe vindt u het dat studenten nu kunnen lezen over uw privéleven?
“Op zich prima. Volgens mij zitten ze er niet per se op te wachten. En anders vragen ze er wel naar. Dat merk je in de praktijk ook: als je zelf vragen stelt, dan krijg je ze soms ook terug.
U heeft nog even tot uw pensioen, hoe kijkt u daar tegenaan?
“Het is onvermijdelijk. Als het zo ver is, moet ik maar iets nieuws gaan zoeken. De jaren zijn echt voorbij gevlogen, maar ik heb altijd met veel plezier in het onderwijs gewerkt. Naar de randverschijnselen probeer ik zo min mogelijk te kijken, daar krijg je geen energie van. We zijn een onderwijsinstelling, dus onderwijs moet ook op één staan. De studenten en collega’s die geven en gaven me altijd enorm veel energie. Dat ga ik zeker missen.”
Opgevallen
Welke docent maakt voor jou het verschil, gaat door waar anderen ophouden of doet precies wat anderen juist niet doen?
In Opgevallen dragen studenten of studieverenigingen zelf docenten aan die zij heel bijzonder vinden. Wij vragen ze vervolgens het hemd van het lijf. Waarom doen ze dingen anders? Wat drijft ze? Hoe ziet hun privéleven eruit?
Heb je ook een docent die je is opgevallen? Mail ons dan via saxnow@saxion.nl
Rubrieken
Gerelateerde artikelen
Mark Hartink in Opgevallen: “Ik gun anderen wat mij ook is gelukt”
In deze aflevering van Opgevallen: Mark Hartink (35), docent en aanvullend studiebegeleider bij de Academie Mens en Maatschappij (AMM). Hij weet als geen ander hoe moeilijk het kan zijn iets voor elkaar te krijgen, zeker in een organisatie met de omvang van Saxion. Maar of dat de reden is dat studenten altijd bij hem terecht kunnen, durft hij niet te zeggen. “Ik wil gewoon helpen.”
Yanin Kasemsinsup in Opgevallen: “I am teaching the subject I was the worst at”
In this episode of ‘Opgevallen’: Yanin Kasemsinsup (37), teacher at academy LED. As an eighteen-year-old he moved from Thailand to the Netherlands to study at Saxion, now he teaches among his own former teachers. He has lived in the Netherlands for almost twenty years, where, according to him, the weather is bad, the food not tasty and the language difficult. Still, he likes it here: “The education here is good and the people are friendly.”
Yanin Kasemsinsup in Opgevallen: “Ik geef les in het vak waar ik het slechtste in was”
In deze aflevering van Opgevallen: Yanin Kasemsinsup (37), docent bij de academie LED. Als achttienjarige verhuisde hij van Thailand naar Nederland om te studeren op Saxion, nu geeft hij les tussen zijn eigen oud-docenten. Hij woont al bijna twintig jaar in Nederland, waar volgens hem het weer slecht is, het eten niet lekker en de taal moeilijk. Toch vindt hij het hier fijn: “De educatie is hier goed en de mensen zijn vriendelijk.”