Als puber voelde student Verpleegkunde Nick Wassink zich soms niet goed genoeg. Een mislukkeling zelfs. Dat leidde er zelfs toe dat hij aan zelfbeschadiging deed (‘gelukkig maar kort’) en symptomen van boulimia vertoonde. Wie hem nu ziet, kan dat maar moeilijk geloven; de onzekere jongen van toen is nu een zelfverzekerde, hypercompetitieve hbo’er. Hij overleefde kanker, en blogde over dat hele traject. Dat deed hij zo goed dat er nu een boek is: Nicks reis naar genezing.
Soms voelt dit platform bijna als een etalage voor studenten en medewerkers die een boek schreven. Dat zijn er nogal wat, en meestal worden ze in eigen beheer uitgegeven. Soms komt er een boek voorbij dat zo bijzonder is, of waarvan het verhaal zo heftig, eerlijk en rauw is, dat we er wel aandacht aan moeten besteden. Bovendien helpen die boeken ons om jou bijzondere menselijke exemplaren op Saxion aan jullie voor te stellen. Zo’n bijzonder iemand is Nick Wassink, en zo’n rauw en eerlijk relaas is zijn verhaal.
Nick is 23, woont in Aalten en studeert Verpleegkunde. Er prijkt een keurige 7,6 gemiddeld op zijn cijferlijst en daarmee scoort hij boven zijn doelstelling; aan het begin van het jaar wilde hij graag een 7,5 gemiddeld staan. “Het gaat dus beter dan ik had verwacht”, zegt hij met gevoel voor understatement.
So far, so good. Ware het niet dat Nick er bijna niet meer was geweest. In augustus 2020 werd teelbalkanker bij hem geconstateerd (‘mooi klote’, zei hij er zelf eerder over) en die kanker bleek later uitgezaaid naar zijn longen, lymfeklieren en lever. Kans op genezing: vijftig procent. Wat restte was een lange, lange reis, naar genezing, want dit schooljaar ging hij nog onder het mes. Sindsdien heeft hij een stuk lever minder. “Dat kan prima.”
Op zijn donkerste momenten klonk er een stem in Nick Wassinks hoofd. ‘Je gaat het niet halen, waarom doe je dit, je gaat het toch niet halen?”, zei die, repetitief, over het gevecht dat hij aan het voeren was tegen de kanker. En soms oefende hij vast, een oefening die geen jongen van nog maar net ouder dan twintig zou moeten doen: “Op hoe het was om in de kist te liggen.”
Waarom heb je dit boek geschreven?
“Het schrijven begon als uitlaatklep voor mezelf. Maar ik wilde ook een inkijk geven, inzicht geven in hoe het is als je kanker krijgt, op mijn leeftijd. Het komt vaker voor namelijk. Ik wilde ook het mentale gevecht laten zien. Kanker wordt vaak automatisch me de dood geassocieerd, maar dat hoeft helemaal niet zo te zijn. Het liefst wilde ik mensen inspireren om positief te blijven. Het mooist zou zijn als ze kracht konden halen uit mijn verhaal. Dus ben ik begonnen met bloggen, de reacties waren positief, mensen vonden het heel goed geschreven. Toen heb ik besloten om er een boek van te maken.”

Nick Wassink met zijn boek. Op de kaft staat een foto van hemzelf, nadat zijn haar was uitgevallen door de chemo. "Ergens was dat een opluchting, daardoor zag je dat ik ziek was." Foto's: Ronald Hissink
Wat mij opvalt is dat jij in je boek de metafoor van kanker als strijd heel vaak gebruikt, terwijl dat omstreden is. De kritiek is dat je met dat frame de indruk wekt dat mensen die de ziekte niet overleven, niet hard genoeg gevochten hebben.
“Ik zag het voor mezelf heel erg als strijd. Het hielp mij om me voor te stellen dat ik heel erg samen met mijn lichaam aan het vechten was tegen de kanker. Ik ben zelf heel competitief, ik wil altijd winnen. Dus mij hielp het enorm. Op mijn donkere momenten klonken er namelijk ook andere stemmen in mijn hoofd. Waarom doe je dit, zeiden die over mijn behandeling. Of: je haalt het toch niet. Door mijn manier van denken kon ik daar een andere stem tegenover zetten; je bent de sterkste persoon op aarde en kunt dit overwinnen.
En ik denk dat een positieve mindset invloed heeft. Maar wat ik wel belangrijk vind om te zeggen; ik wil door het gebruik van het woord strijd, door het spreken over een gevecht, zeker niet zeggen dat mensen die het niet gehaald niet gevochten hebben. Het ging me er meer om bij mezelf een bepaalde kracht naar boven te halen.”
In je boek ben je ontstellend eerlijk; je vertelt over je jeugd, waarin je jezelf soms niet goed genoeg vond, omdat je nergens in uitblonk. Dat was zelfs zo erg dat je schrijft over automutilatie en een eetstoornis. Was dat niet spannend?
“Ik wil gewoon vertellen waarom ik ben zoals ik ben, waarom ik denk zoals ik denk. Dat is daar onderdeel van, het heeft me mede gevormd, dus het hoort bij mij. Het heeft ook voor dat hypercompetitieve gezorgd, dat ik uiteindelijk na vmbo en havo het vwo heb kunnen halen. Het maakt me nu niks meer uit als mensen daar nu over zouden beginnen tegen mij. Het heeft me gevormd tot de persoon die ik nu ben.”
In augustus 2020 ging je naar de dokter, die dacht aan een bijbal-ontsteking. Dat blijkt een maand later teelbalkanker te zijn. Dat lijkt me een vernietigende boodschap voor een jongen van 21.
“Tijdens dat gesprek wist ik gek genoeg niet zo goed wat ik moest denken en nog minder wat ik moest zeggen. Ik heb zelfs nog gevraagd of ik hem nog terugkreeg. De uroloog zei gelijk; bij een jongen van jouw leeftijd is dit vrijwel nooit goedaardig. Nog diezelfde dag ging mijn rechterteelbal eruit. Ik heb nog soort van letterlijk afscheid genomen van mijn bal. Aju he, zei ik.“
Daarna begon wat jij als een achtbaan omschrijft pas echt.
“Uit de uitslag van de CT-scan en het bloedonderzoek bleek dat ik uitzaaiingen had in mijn lymfeklieren, lever en longen. Alle organen met de letter L dus. Ik was ergens al van het ergste uitgegaan, om mezelf gerust te stellen. Want die onzekerheid: dat is echt verschrikkelijk, misschien wel het ergste.
Maar toch schrok ik heel erg toen ik het hoorde. Ik denk dat dat het enige moment geweest is dat ik gehuild heb. Toen bleek dat ik helemaal onder de troep zat.
Mijn overlevingskans ging naar vijftig procent, doordat het ook in de lever zat. Ik vergelijk het in mijn boek met een dobbelsteen; gooi je 1,2,3 dan overleef je, 4,5 of 6, dan ga je dood. En ik moest gaan nadenken over mijn kinderwens. Dus voor mijn chemo begon heb ik drie keer zaad gedoneerd bij een fertiliteitskliniek. Onwerkelijk, op mijn leeftijd.”

Nick Wassink: "Ik wil gewoon vertellen waarom ik ben zoals ik ben en waarom ik denk zoals ik denk" Foto's: Ronald Hissink
Dat je door de chemo geen haar meer had, was pijnlijk, maar ook ergens een opluchting. Waarom?
“Dat klinkt misschien heel gek, maar daardoor konden mensen zien dat ik ziek was. Aan de buitenkant. Dat het geen aandacht trekken was, dat het echt was. Die angst had ik, dat mensen dat zouden denken.
Uiteindelijk heb ik vier kuren van drie weken achter elkaar gehad. Twaalf weken chemo dus, 52 zakken. Daardoor wordt alle celdeling gestopt. De gevolgen voor je lichaam zijn groot; je haar valt dus uit, en in mijn geval ging de hele binnenkant van mijn mond kapot, mijn tandvlees, mijn lippen. En ik verloor mijn eetlust, was misselijk, moest overgeven. Fysiek was het heel zwaar, maar uiteindelijk vond ik het mentale deel het zwaarst van de ziekte.
Op 1 april 2021, en dat is geen grap, en dus echt zo, kreeg ik te horen dat ik de strijd tegen kanker had gewonnen. Dan begint een ander mentaal gevecht; ik maakte mezelf helemaal gek, de zorgen die ik had, als ik maar een steek in de buik voelde. Mensen denken dat het daarna klaar is, maar op een gegeven moment ga je ook doemdenken.”
En je was nog niet klaar
“Ik ben begin dit jaar een aan nieuwe studie begonnen, verpleegkunde. Ik heb de introdagen nog gewoon mee kunnen doen, maar daarna ben ik nog geopereerd aan mijn lever, daar zat nog iets namelijk. Uiteindelijk is een stuk van de lever afgehaald, zo groot als een vuist. Dat kan, want de lever is het enige orgaan in ons lichaam dat constant wordt vernieuwd.”
Hoe gaat het nu?
“Met mijn studie gaat het beter dan verwacht; ik sta een 7,7 gemiddeld, terwijl ik op een 7,5 mikte aan het begin van dit schooljaar. Zoals ik al zei; ik ben erg competitief, dus dat is belangrijk voor mij.
En ik heb mijn echte vrienden leren kennen; zij die er echt voor me waren. Die bleven langskomen, me steunen, ook als dat lastig was. Anderen niet. Dat is wel fijn; dat ik weet wie de mensen zijn op wie ik echt kan rekenen.
Ik ben fysiek nog niet helemaal de oude. Ik heb last van een chemobrein. Daardoor heb ik een enorme gevoeligheid voor externe prikkels, dat betekent dat ik langzaam moet opbouwen. De eerste keer dat ik weer uit ging met vrienden stond ik om 00.00u buiten te kotsen, terwijl ik geen druppel alcohol ophad. Ook vergeet ik soms nog dingen, dus ik moet heel veel opschrijven. Dat is best lastig.
En uiteindelijk zie ik het als een traject waar ik sterker door geworden. Fysiek en mentaal heeft deze hele reis me sterker gemaakt.”
Gerelateerde artikelen
Bepaalt het algoritme wie we zijn? Een SG over de macht van Big Tech
Jantien Borsboom, directeur van PublicSpaces, en oud-politicus Marietje Schaake waarschuwden donderdagmiddag voor de macht van Big Tech tijdens een Studium Generale. Is die machtsgreep ook terug te draaien? “Kom ook eens offline samen. Geef een feestje.”
Grote verbouwing Diensten in Deventer: studentendecanen vinden nieuw onderkomen op tweede verdieping
De studentendecanen en psychologen verhuizen in Deventer naar de A-vleugel van de tweede verdieping. Eerder was er nog onduidelijkheid bij de decanen en psychologen over hun nieuwe onderkomen. “Uiteindelijk zijn de zorgen die we hadden wel serieus genomen.”
Medewerkers worden het gezicht van Saxion; “Voor de camera is eigenlijk vreselijk”
Echte medewerkers sieren straks het Saxion-drukwerk als flyers, banners en posters, waar dat tot nu toe professionele modellen waren. Daarvoor werd gisteren een fotoshoot gehouden. Vrijwillig op de foto, dan moet het je wel een beetje liggen toch? “Ik vind dit eigenlijk vreselijk om te doen.”