Van de invoering van het nieuwe onderwijsmodel, online toetsen en de Sustainable Development Goals die in het curriculum komen, tot Reisbalans en het onderling omgaan met kritiek. Wilco Bouwhuis, docent technische natuurkunde, schreef een opinie van 16.000 woorden over alles wat hem bezighoudt op Saxion. Dit is deel 1 (van 10), waarin hij de aanleiding voor zijn stuk beschrijft. “Er gaan dingen goed mis in hbo-land momenteel, dus ik voel de drang om iets te doen.”
Lang had ik het plan om deze serie ’75 procent onzin’ te noemen. Voor het prikkelen zou zo’n titel goed zijn, het zou meteen de aandacht trekken. Maar het is ook een risico, want als je na de titel ’75 procent onzin’ niet doorleest of doorvraagt (en tja, wie leest of luistert nu nog doortastend…), dan is de kans groot dat wordt ingevuld dat ik daarmee 75 procent van het Saxion-personeel overbodig noem. Dat zou nogal een statement zijn, zeker in een periode van bezuinigingen en krimp, waarbij heel kritisch wordt gekeken naar de verdeling van de financiën (vanuit economisch dan wel duurzaam perspectief – je kunt alles goedpraten natuurlijk…).
De faculteit TNW van de Universiteit Twente gaat reorganiseren, was recentelijk te lezen. Dat komt dichtbij mij, mijn onderzoeks-roots liggen daar. Aan de ene kant vrees ik voor het moment dat dit soort zaken ook bij Saxion écht gaan spelen (kom niet aan onze opleiding!), aan de andere kant wordt het misschien wel de hoogste tijd voor een ‘eerlijke’ reorganisatie.
Bezuinig op bedrijfsvoering, niet op uitvoerend personeel
Ik ga ook niet heel geheimzinnig doen over wat de kernboodschap gaat zijn van deze serie; die geef ik meteen al weg: ‘Bezuinig alsjeblieft op de bedrijfsvoering en niet op het uitvoerend personeel’. Een beetje een open deur natuurlijk, dat snap ik ook wel. Onze vakbond hanteert precies dezelfde leus, en iedereen in onderwijsland zal dit toejuichen – behalve iedereen die iets met bedrijfsvoering te maken heeft uiteraard.
Wat is dat dan, bedrijfsvoering? Uiteindelijk is ook bedrijfsvoering immers gewoon uitvoerend personeel. Nee, een statement als ‘bezuinig op de bedrijfsvoering’ vergt uitleg – het lukt mij niet om op één kantje dit punt op een goede manier te maken – maar misschien wel op twintig kantjes, verdeeld over de komende tijd. In tien afleveringen zullen uiteindelijk allerlei actuele zaken die spelen op Saxion de revue passeren en het idee is dat die zaken allemaal iets met elkaar te maken hebben: het kan naast goedkoper ook beter, vooral door meer invloed te geven aan het uitvoerende personeel.
Ik ga bijvoorbeeld uitleggen waarom ik de kwestie Reisbalans hetzelfde probleem vind als de kwestie 3S, hoe verschillend deze twee in Saxnow veelbeschreven issues dan ook lijken. ‘Vind jij Reisbalans en 3S dan allebei onzin?’, hoor ik u denken. Nou, ja en nee, daar kom ik dus vanzelf op. Niemand wil dat zijn/haar werk ‘onzin’ genoemd wordt. De studenten niet, maar het personeel ook niet, dat kweekt geen goodwill. Maar toch moet ik óók zeggen dat mijn werk, het onderwijs, geregeld impliciet of expliciet ‘onzin’ genoemd wordt, óók op Saxion.
Via allerlei organen worden we continu geconfronteerd met ‘dat we het niet goed genoeg doen'. ‘Continu verbeteren’ heet ons beleid zelfs, en ‘functioneringsgesprekken’ heten nu ‘ontwikkelgesprekken’. Van alle kanten krijg je de boodschap mee: het is nooit goed genoeg. Als het nu gaat om studentenuitval en -tevredenheid, om toetsveiligheid, om het houden aan de regels van de Regiegroep of Curriculumcommissie, de Smart Solutions Semester (3S)-groep, Kwaliteitszorg, het minorenbeleid…
Terecht of niet, je moet een dikke huid hebben als je voor de klas staat – en naar mijn ervaring níét om de studenten, júíst niet: voor hen doen we het. Zij maken het onderwijs voor mij leuk en betekenisvol. Een dikke huid moet ik vooral hebben om iets heel anders.
Onderwijsrevolutie
Misschien heb je het gemerkt, er zit een hele hoop woede in de maatschappij, waarin er heel veel tegen voorbeeldfuncties wordt aangetrapt. Tegen de politiek, artiesten, talkshowhosts, maar ook tegen alle beroepen die iets met onderwijs te maken hebben. Ons onderwijssysteem wordt veelal achterhaald, zelfs schadelijk voor de jeugd genoemd, dat gaat dus zelfs verder dan slechts ‘onzin’.
Het publiek dat in die schadelijkheid gelooft groeit, merk je aan alles om je heen. Termen als ‘Montessori’ en ‘holistisch’ komen dan voorbij, en dat toetsen massaal moeten worden afgeschaft, dat de studenten verantwoordelijk moeten zijn voor hun eigen leerweg, en dat we moeten investeren in coachend studentgestuurd onderwijs in plaats van docentgestuurd expertise-onderwijs.
Het zijn allemaal holle frasen waar makkelijk voor te applaudisseren valt. Ze scoren makkelijk bij het brede publiek. Onderwijs moet een speeltuin zijn. Vooral op social media is er een groot publiek dat een grote onderwijsrevolutie toejuicht, ook personeel van Saxion. Wat mij opvalt: wanneer dat uiten niet uit een soort verongelijktheid of woede gebeurt (wie durft dat nu nog?), dan zijn het sprekers of social media tijgers, die dus zelf een commercieel belang hebben bij een grote onderwijsrevolutie.
Randpartijen
Vaak zijn het niet de docenten zelf die zo actief met onderwijspolitiek bezig zijn, maar vooral een hele stapel randpartijen en soms zelfs mensen die helemaal geen achtergrond in het (techniek-)onderwijs hebben. Mensen die bijvoorbeeld namens hun kinderen spreken, die school niet bepaald ‘leuk’ vinden, what else is new, of waar door de ouders wordt ingevuld dat de jeugd depressief raakt dóór het onderwijssysteem (want zelf kunnen ze er immers niets aan doen).
Misschien weten de algoritmen van social media ook dat gepraat over onderwijs gevoelig ligt bij mij, en dat ik dit soort stukken toch wel met argusogen volg, dus het kan ook een vicieuze cirkel zijn: ik zie een probleem en ik word de hele dag bevestigd in dat probleem. Ik zie op LinkedIn mensen die ik niet eens ken vertrekken uit het onderwijs – and they’re going out with a bang.
LinkedIn is in die zin misschien wel gevaarlijker voor mij dan het oppervlakkige Facebook. Maar afgezien van sociale media: met onder andere het Saxion Onderwijsmodel (SOM) kwam een dergelijke onderwijsrevolutie gevaarlijk dichtbij en heeft er ook op Saxion een enorme strijd gevoerd moeten worden voor, zoals ik het zie, het behoud van vakgericht techniek-onderwijs.
Ik moet je zeggen: ik vind ook wel dat er iets mag veranderen in het huidige onderwijssysteem, maar lees dan wel: het systeem, niet het onderwijs zelf. De schuld voor het ‘falende onderwijssysteem’ wordt in de maatschappij naar mijn idee steeds op de verkeerde plek gelegd. Als docent sta je namelijk herhaaldelijk met de rug tegen de muur als het aankomt op onderwijsvisies. En dat is niet goed.
Okay, we zijn begonnen, we staan op scherp. Laat ik meteen héél duidelijk stellen dat het ontslaan van 75 procent van het hogeschoolpersoneel geheel niet de strekking wordt van de komende stukken. Integendeel! Nee, voor een amusante column of cabaretshow zou ’75 procent onzin’ een leuke titel zijn, maar Rik Visschedijk van Saxnow maakte me al voordat ik begon te schrijven duidelijk dat het om een opiniestuk gaat en niet om een column, dus laten we het thema maar serieus en gericht houden, dus niet persé luchtig en amusant – misschien dat ik er na mijn pensioen over een jaar of 30 luchtig en amusant op terug kijk.
Geven van je mening hoort erbij
Uiteindelijk ben ik immers ook geen cabaretier, maar docent bij de opleiding Technische Natuurkunde (TN), alwaar ik, gewoon vanuit mijn passie voor techniek-onderwijs, iets goeds voor dat onderwijs probeer te doen, en daar hoort soms ook het geven van je mening bij. Bijvoorbeeld dus over SOM destijds. Ik bemoei me ook steeds meer met onderwijspolitiek, vanuit de Curriculumcommissie, Opleidingscommissie, Kwaliteitszorg, en nog een hoop andere details – je wordt er vanzelf ingezogen en je komt er nooit meer uit!
Momenteel gaat er weer veel op de schop bij onze academie, LED. Waar ik begin vorig schooljaar nog enthousiasme kon opbrengen voor de geplande ontwikkelingen, daar vind ik de uitrol ervan nu toch opnieuw de verkeerde kant op gaan; dat is een opeenstapeling van zaken, zoals extreme dossiervorming, maar al met al maak ik mij vooral zorgen over de échte kwaliteit van ons onderwijs nu er uiteindelijk nóg ‘goedkoper’ onderwijs gedraaid moet worden.
Een voorbeeld: onze minoren worden een soort marktplaats om studenten van buiten onze academie en liefst zelfs van buiten de school te lokken, met imposante namen zoals ‘lab-on-a-chip’. ‘Nanotechnology’ is kennelijk niet commercieel genoeg. Maar geld is niet het enige dat speelt in dit soort discussies: via geld kom je ook bij het imago van de school (PR); dat speelt een ontzettend grote rol bij veel beslissingen. Dat studenten vooral nog mogen wisselen van opleiding tot de vierde lesweek, bijvoorbeeld, is een heel nobel streven om studenten op Saxion te houden, maar wat doet het met bijvoorbeeld de (thuis)groepen die allang gevormd zijn en de praktische vakken die allang begonnen zijn?
Een student die nu nog bij een nieuwe opleiding aansluit is vrijwel kansloos als je het mij vraagt. Is er nagedacht over zaken als kwaliteit en werkdruk, of alleen over de studentenaantallen? Maar nog interessanter wordt het als je via het imago van de school bij het imago van een handjevol bestuurders en zelfbenoemde goeroes in de onderwijskunde terechtkomt. Zij hebben een zeker carrièrebelang: een beleid annuleren is voor hen falen.
Macht en media
Dan ben je op een punt van de discussie waar de loop van het gesprek vooral met ‘macht’ en ‘media’ heeft te maken en weinig met geld, laat staan met daadwerkelijke kwaliteit van een school: zo’n gesprek is nooit gelijkwaardig. Kent u dat gevoel, dat er zomaar iets bepaald wordt, zonder dat je daar serieuze inspraak in hebt gehad als opleiding of überhaupt als personeelslid, terwijl je qua functioneren wel continu op de door de bedenkers zelf bedachte aspecten beoordeeld wordt?
Ik denk dat met mij meteen een hele hoop onderwijscollega’s (anoniem) rechtop gaat zitten. Ja, anoniem, want het is eigenlijk levensgevaarlijk om die beerput open te trekken, ik weet het – maar zeg nou zelf, het ontbreken van gelijkwaardigheid en veiligheid om kritisch te zijn op een onderwijsvisie is toch allesbehalve goed voor een school?
Ja, dit opiniestuk, dat komende weken wordt opgebouwd, is lang en het kost ook even tijd en aandacht om het te lezen – zo ook het schrijven ervan. Het is haast een autobiografie in plaats van een opiniestuk; ik heb er in de zomervakantie flink wat tijd aan besteed (want tijdens de werkweken gun ik me er geen tijd voor). Doe je dat in de zomervakantie? Ja, nou ja, soms, voor mij is van me af schrijven ook een beetje therapie. Mensen kennen me ook zo, ik heb doorgaans nogal wat te vertellen als het op mijn werk aankomt – op verjaardagen en andere sociale aangelegenheden wordt het onderwerp ‘onderwijs’ dankbaar gemeden, want, zucht, daar gaan we weer…
Dat schijnt typisch te zijn voor onderwijsmensen, wel vooral op latere leeftijd overigens, wanneer alle illusies genaamd ‘eigen inbreng bij onderwijsvisies’ is weggesijpeld… Maar we mogen er de ogen ook niet voor sluiten, er gaan dingen goed mis in hbo-land momenteel (en dan bedoel ik niet alleen de gevolgen van het nieuwe kabinet!), dus ik voel de drang om iets te doen. Ik merk dat de punten die ik uiteindelijk over onderwijssystemen wil maken eerst even een opbouw vergen. Verder wil ik in mijn stukken niet alleen problemen en frustraties voorschotelen, maar ik wil ook met mogelijke oplossingen komen. En af en toe toch even een grapje maken. Ook dat vergt tekstruimte. Dus op naar deel 2!